17 doorwarmen en. om een bakkie surrogaatkoffie te kun nen zetten. Op een keer, toen hij daarmee bezig was en net een verse turf in de kachel had gemikt, vloog met een daverende knal de koffiepot tegen het dak en de kachel uit elkaar. Kokkie had zijn turf gestoken op de plek waar dat vlieg tuig, die G-l, was neergestort, waarover in het vorige Chronyke uitvoerig is verteld. Vermoedelijk was er één turf bij waar een scherpe mitrailleur-patroon in zat. Die maakte dat Kokkie niet aan koifiedrinken toe kwam, die ochtend. Maar tot zijn geluk heeft' ie het wei zelf kunnen na-vertellen "Diezelfde Molenaar - hij woonde op de Keizeibuurtnaa st waar "Hoedje" nu woont - deed ook in tabak. Eigenteelt. Dat liet' ie fermenteren in Volendam, geloof ik, en als'ie dan s zaterdags een partij gehaald had die klaar was en bestemd voor de handel, dan was er al gauw een toeloop van liefhebbers. Het ging als een lopend vuurtje: "Kokkie hééft weer. Daar kwamen ook Amsterdammers op af. En Kokkie zat achter zijn weegschaal. Op de grond, in het schuurtje, een zinken teil. Goo - goo - gooi het daar maar in", zei Kokkie die pen beetie hakkelde, als de klanten wilden be talen. Er waren klanten bij die wisselgeld terug moesten hebben. "W-w-wissel zelf maar, zoek het maar uit", zei Kokkie dan, want hij had het te druk met wegen. Om kort te gaan: Kokkie is van zijn handel niet rijker geworden. Niet dat alle Amsterdammers slecht zijn, maar ze moes ten wel allemaal wisselen. "Die ochtend dat die Amerikaanse vliegers hier in de buurt aan hun parachutes neerkwamen"- aldus nog steeds Toon Zomerdijk - "was ik thuis. Maar ja, de moffen wa ren in het dorp en er liepen er op de Beemsterdijk. Ik was ondergedoken in een van de woningen van het zgn. Klooster, aan de Havenstraat. Maar ik voelde me in huis toch niet erg op m'n gemak. Buiten was het ook niet al les, met die moffen op de dijk. Maar enfin, ik sloop langs de heg van de tuin van ome Dirk Veenman, op het Baan- manslandje. Die heg liep rondom de tuin tot aan het Vlotje. Daar stond ik op zeker moment, met Ni c Woestenburg. Ik hield me schuil voor de moffen, achter een stro-schelf die daar op de tuin stond. Ik zei tegen Nic:"vVat moeten we

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1990 | | pagina 19