LDE BUITEN PLAATS "OVERRIJP"I
14
Nadat de droogmaking van de Beemster 16 12) was vol
tooid, verrezen al spoedig niet alleen boerderijen en bur
gerwoningen, maar ook verscheidene voorname hofsteden,
die tot buitenverblijf dienden van aanzienlijke landeige
naars.
Rijke Amsterdamse kooplieden en andere vooraanstande
persoonlijkheden die het initiatief hadden genomen voor
het bedijken, waren als regel ook grondeigenaren en als
zodanig tevens hoofdingelanden van het nieuwe waterschap.
De hofsteden, met hun stijlvolle tuinen en boomgaarden
dienden vooral als zomerverblijf voor deze voorname fa
milies, in de trant van de 17e eeuwse "buitens" langs de
Vecht. Voor de gezinnen van bouwknechten en hoveniers
waren er eigen appartementen.
Bekend zijn vooral het door Pieter Post in 1640 gebouw
de "Vredenburg" aan de Zuiderweg, gesticht door Frede-
rik Alewijn en het mooie "Zwaansvliet" aan de Volgerweg.
dat eeuwenlang bezit was van de familie VanOss. Twee
beelden die eertijds de bakstenen poort sierden, bevinden
zich sinds 1907 in de tuin van het Rijksmuseum te Amster
dam.
Aan de 'vVestdijk, op dijkkavel no. 62, lag het buiten "Over
rijp", zoals de naam al aanduidt, recht tegenover het
dorp De Rijp. De eerste eigenaar van deze kavel was
Abraham Pieter Boom, koopman en banker op de Oude-
zijds Achterburgwal te Amsterdam en vele malen burge
meester van die s^ad, die de grond in 1612 bij loting ver
kreeg. Hij verkocht in 1635 de kavel aan Joan Dorhout.
Het is niet precies bekend in welk jaar "Overrijp" is ge
sticht, maar op een kaart van 1644 staat de lusthof duide
lijk aangegeven. In dat jaar ging het perceel in eigendom
over aan de weduwe van IJsbrand Wittevoet uit Enkhuizen,
die het in 1667 weer vermaakte aan Joan Sweers, ook af
komstig uit de haringstad.
Intussen was in het rampzalige jaar 1654 het buiten niet