13 kaartje kwam met "de rogge is klaar", ging ik naar huis terug om daar bij de oogst te helpen en dan kon ik moeder vier tientjes in de hand stoppen. Die had ik in die vijf of zes weken in Holland schoon verdiend. Daar was ik dan trots op en mijn moeder was er erg blij mee, want veer tig gulden daar kon je toen verschrikkelijk veel mee doen". De man heeft, ondanks minder prettige ervaringen bij sommige werkgevers, met anderen - ook in de Beemster- tot in de jaren '60 nog goede contacten met "Holland" onderhouden. Een andere Drenthse maaier, die uiteindelijk in Holland trouwde en er tot zijn dood bleef wonen, heeft me eens verteld dat ook hij en de maten met wie hij samen uit maaien ging, bij een enkele boer in onze omgeving ook slecht te eten kreeg. "Wij aten roggebrood met spek en kaas. Dat namen we al van huis mee. Bij die boer kregen we enkel gortebrij in karnemelk. Dat kookte de boerin s maandags en daar moesten we dan de hele week van eten. Op 't laatst stond de schimmel er op en ik heb ge zegd: "Vreet het nou zelf maar op". Uiteraard duurde het werkverband daar niet lang en het werd ook niet herhaald. Zulke toestanden saneren zich vanzelf. Deze Drenth accepteerde het overigens als normaal dat hij en zijn maten gewoonlijk op de dars aten. Van hem heb ik de uitdrukking"Poepen aten poepestoet aan de pce- petafel". Over de Purmerender "poepenmarkt" nog dit: er was daar in de onmiddellijke nabijheid ook het zgn. "poepencafé van Gerrit Vrouwe. Het kan we1 zijn dat ook hij van Drenthse afkomst was, maar daarvan ben ik niet zeker. Hoe dan ook, op de zondag, als er niet gemaaid of gehooid werd, verzamelden zich daar vele Drenthse gastarbeiders. Het café stond in de hoek van de Kaasmarkt en de Padie- dijk, waar nu de brillen-, klokken en goudsmidswinkel (Koopman) is gevestigd. In de eerste jaren toen Koopman er zich had gevestigd, hing aan de gevel een uithangbord met het opschrift: "Waar eens de kroes geledigd werd, met bier, door jong en oud, daar smelt de edelsmid thans in zijn kroes het zilver ende goud". Maar ook die tastbare herinnering aan "de poepenkroeg" is inmiddels teloor gegaan. Reden waarom ik het bestaan ervan alsnog het vermelden waard vond. Cor Booy

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1989 | | pagina 15