„PIeuns Marij heeft 'n kat gebaard...."
17
0
't gonsde ervan in De Rijp:
M 6
G
Cv. ÖJD
U 5
ro ^4
r-4
G 0X1
4J
(U V rti
U
G «I
u t
O 4-J M
*^.5
3
.2-s H
u
w
G .04
T3 h
TJ q G
t> 11
tn XI
H -*—1
*0
03
JD n
Ook Th. Nibbering richtte zich tot de gemeenteraad:
"Ed. Achtb. Heren
Ik ondergetekende Th. Nibbering geef hiermee te kennen dat ik mij bezwaar
gevoel over mijn aanslag in de gemeentebelasting. Mijn inkomen is toch gesteld
op f 800. dit is te hoog ik hep het vorige jaar niet meer verdiend dan f 600 wat
ik bewijzen kan. Ik heb een tijdje gewerkt bij Dilleburg en voor de rest moet het
komen van een stukje grond gehuurd van de Maatschappij ander werk kan ik niet
krijgen omdat ik te Oud word en geen mensch mij meer wil hebben. Deze rede
nen zijn oorzaak dat ik U beleefd verzoek mijn aanslag te bepalen op f 600.
Met versch hoogachting Uw Dw. dienaar Th. Nibbering.
P. Veidboer geeft op f ZO per week te verdienen bij K. Visser te Beemster. 52
weken X f 20= f 1040. Hij had echter vergeten de rente van een geldlening en de
belasting af te trekken: rente f 110 en belasting f 20, samen f 130, zodat hij zijn
inkomsten voor de aanslag gebracht wil hebben op f 910
De gemeenteraad stelde de inkomens na de bezwaarmaking vast, van K. de Vries
op f 2500; van J. Roemer van f 1300 op f 1000; van J. Hop van f 1100 op f 1000
van Th. Nibbering van f 800 op f 700; van Jb. Roemer van f 2000 op f 1850; van
W. Schermer op f 2450; van C. Dekker op f 1400; van A. de Vries op f 1200; van
P. Brouwer op f 1200; van P. Poel op f 2600 en van C. Dubbeld op f 3000.
Jan Blaauw
De Bataafse en Franse tijd (1795-1813) vormen een periode
waarin De Rijp op economisch gebied het zwaar te verduren
kreeg. Als gevolg van de oorlog met het op zee oppermach
tige Engeland kwam de haringvangst bijna geheel tot stil
stand. De walvisvaart verdween voorgoed uit het dorp. Een
en ander betekende een zware klap voor de zeildoekweverij,
de zeilmakerij en de touwslagerijdie zeer belangrijk wa
ren voor de werkgelegenheid. Steeds grotere groepen raak
ten aangewezen op de "bedeling". Echter, ook die kon niet
verhinderen dat er vooral 1 s winters veel werd gebedeld.
Wanschepsel
In deze groep van armen bevonden zich onder anderen Maartje Pietersd
de Boer, alias "Pleuns Marij"., en haar man Henk Molenaar. Maartje
kwam in het voorjaar van 1779 in het middelpunt van de belangstelling
te staan, door haar bewering dat zij, na in de kraam te hebben gelegen,
was bevallen van een wanschepsel. En wei-van. een kat.
Dit nieuwtje verspreidde zich razendsnel door het dorp en veroorzaakte
zoveel opwinding dat het dorpsbestuur er aan te pas kwam. Onder leiding
van schout Jan Heinis werd een opgraving verricht. Tot grote afschuw
van Heinis werd inderdaad het kreng van een kat gevonden. Pleuns Marij
werd daarop doorgestuurd naar de baljuw van Alkmaar. Het kon immers
gaan om een geval van zuigelingenmoord en hij behandelde alle criminele
zaken die voorvielen binnen de banne De Rijp.