P
en tuinders
tar) be-
"ijf som-
in de jaren
hij nader
De groot-
rische on-
dat het in
finitief
wprodukten
t zien:
nodig. Men
aarvan 3
ien gur-
:den be-
roen land
st te ver-
moest op-
n scheuren,
in een hoe-
:rdoen aan
jraft en
6 0 ha
i bijna
te verbou-
3e periode
.rentegen
bepalingen
13
die waren vastgelegd in de teeltregeling. Deze vermindering beliep landelijk
14.000 ha. Aardappelen daarentegen weer 6500 ha meer. De gemiddelde op
brengst daarvan ad 258 hl per ha, was ook hoger dan in de jaren 1911-1915,
toen die 238 hl bedroeg. Roode Star was een toen veelvuldig verbouwd gewas.
Het areaal suikerbieten was eveneens drastisch verminderd, nl. met 22. 000 ha.
De minister stelde de prijs vast op f 26 1 f 28 naar gelang de plaats van levering.
Dorsmachine s
In de gemeente had Klaas de Vries een dorsmachine, die liep op petroleum
of "ruwe" olie. Het ding had een motorvermogen van6 of 7 pk. J. P. Poel bezat
een dorsmachine op "handmanskracht".
De toenmalige minister van Landbouw (tevens van Nijverheid en Handel),Van
IJselsteijn, drong er bij de boeren op aan voor eigen gebruik aardappelen, erw
ten, bonen, uien, kool, knolrapen, wortelen en bieten te verbouwen.
Volgens een opgave aan de Landbouwcommissie werd in 1919 in De Rijp 20 ha
veldbonen verbouwd; opbrengst 3 hl per ha. Voorts erwten 8 ha - 35 hl/ha;stam-
bonen 14 ha - 18 hl/ha; bruin mosterdzaad 3 ha - 18 hl/ha; blauwmaanzaad ha
met 50 kg; late consumptie-aardappelen 2 ha - 140 hl; vroege consumptieaard
appelen 40 ha - 250 hl; voerbieten 20 ha, uien 1 ha met 380 hl. Bij elkaar dus
107j ha aan land- en tuinbouwgewassen. De prijzen van de grond varieerden van
f 2500 tot 3000 per ha en de huuiprijs van f 125 tot 135 per ha.
In 1920 en 1 21 bedroegen de aldus beteelde oppervlakten hier respectievelijk 94y
en 102 ha, waarbij kan aangetekend dat er inmiddels 2, resp. 15 ha augurken
tussen zat.
Gemeentebelasting
Het aantal mensen dat in 1919 een aanslag kreeg voor de gemeentebelasting,
bedroeg hier 394. Het gemiddelde inkomen per aangeslagene was f 1080 per
jaar. De gemeentelijke belastingopbrengst bedroeg f 18. 063. In de daarop vol
gende jaren was dat f 25. 727 (1920); f 25. 127 (1921) en f 29. 364 (1922). Daar
uit blijkt dat de inkomens een flinke stijging vertoonden.
Om het inkomen vast te stellen was een "schattingscommissie" ingestelddie
in 1921 bestond uit burgemeester P. A. Romijn, wethouder J. Rot en Jb. Roemer
en Willem Schermer. Iedereen werd onder de loep genomen en kreeg zijn.aan-
slag.
Gaan we de inkomens van boeren en tuinders vergelijken met die van ande
ren, dan zien we in de categorie inkomens van f 400 tot 750 per jaar 102
aangeslagenen, onder wie 3 boeren en 3 tuinders.
101 aangeslagenen onder wie 5 boeren,
Inkomen f 750 - f 1000
f 1000 - f1500 91
1500 -f 2000 50
f 2000" - f 2500 15
f 2500 - f 3000 12
f 3000 - f 3500 8
f 3500 - f 4000 7
f 4000 - f 5000 8
12
5
2
2
1
0
2
tuinders.
Onder de ingezetenen van De Rijp vinden we dan geen boeren en tuinders meer
in de groep met een inkomen van boven f 5000 per jaar. Er zijn in deze gemeen
te dan slechts 5 belastingplichtigen met een inkomen boven de f 5000, onder
wie dokter Van Leeuwen, met f 8500; de uitgever J. W. van Raven met f 10. 000
en notaris Nolet met f 12. 800.
Is het gemiddelde inkomen van de ingezetenen van De Rijp dan f 1080,het
gemiddelde van de 31 boeren bedraagt hier dan f 1625 en van 35 tuinders f 1825.
Daarbij is het interessant dat bijna de helft van het aantal ingezetenen een in
komen had van minder dan f 1000 per jaar. Het laagste inkomen onder de boe
ren ter plaatse bedroeg f 400; het hoogste f 4800. Onder de tuinders was dat
resp. f 600 en f 4500.