16
In 1884 vertoonde de monsterrol een heel ander beeld:
matroos
matroos
matroos
matroos
matroos
matroos
matroos
matroos
oudste
oudste
jongste
schipper
stuurmansmaat
Jan Zevenhuizen
Jacob van der Windt
Jan Vink
Pieter Heinis
Pieter Oversluizen
Willem de Ruijter
Pieter Bijl
P.J. Van der Schoor
G. van Dissel
C. van Vliet
Jan Noordam
F. van Schoor
Jan van der Schaft
L. 't Hart
C. de Voogel
Vlaardingen
Vlaardingen
Vlaardingen
Vlaardingen
Vlaardingen
Middelharnis
Pernis
Vlaardingen
Amsterdam
Maassluis
Schiedam
reepschieter
afhouder
Vlaardingen
Vlaardingen
Brielle
Rotterdam
Het eerste jaar dat de logger met deze bemanning voer, 1884
dus, was een overweldigend succes. Het schip had de op één
na grootste vangst van de hele Nederlandse haringvloot. Maar
de prijs die de haring deed was zo laag dat de gemaakte kos
ten voor de 5 reizen niet eens werden gedekt.
In Vlaardingen werden de zaken van de logger behartigd door
de firma van der Drift en Nooten. Deze firma stuurde alle
rekeningen en kwitanties op naar de Rijp. Voor de jaren 1884
en 1885 zijn deze in het archief volledig bewaard gebleven.
Zo kunnen we tot op de cent nauwkeurig bekijken waaruit de
kosten bestonden.
Vier jaar lang zag men het aan, maar het bleef een schip
van bijleggen. Men kwam tot de conclusie dat zelfs de erfla
ter het opgegeven zou hebben, net als indertijd de walvis
vaart. Met een handige kunstgreep werd artikel 8 gewijzigd.
Voortaan stelde men niet meer vast met hoeveel schepen de
haringvangst beoefend zou worden, maar op welke wijze zij
beoefend zou worden. En die wijze werd vanaf 1888 een aandeel
in de rederij Noordwijk(voor een achtste). Tevens nam men
een aandeel in de Nederlandsche Maatschappij 'De Noordzee'
te Vlaardingen. Dankzij deze elegante oplossing bleef men
toch bij de haringvangst betrokken, ook nog vanwege de oude
'De Rijp', die nu Noordwijk heette, maar kon men het risico
tot een minimum beperken.
Aan de kade van De Rijp werd het nog stiller dan het al
was; het schip had toch meestal in Spijkerboor gelegen.