Het dorp aan de Gouw. Een archeologisch-historische recon
structie
Mogelijk ten gevolge van een overbevolking op de geestgron
den In cie tweede helft van de 10de eeuw trokken Kennemer
boeren in oostelijke richting weg. Ze elandden in een uit
gestrekt en onbewoonbaar veengebied, uat alleen via natuur
lijke waterlopen toegankelijk was. De ontginning, noodzake
lijk voor het wonen en akkeren op dergelijk terrein, vond
als volgt plaats:
- vanaf de oevers werden vrijwel evenwijdig sloten het veer.
in gegraven, teneinde dit te ontwateren. Na ongeveer .1 m
wierp men een veendijkje op, parallel aan ue ontginnings
basis. Hiermee werd voorKomen, dat water uit het onontgonnen
veen het in cultuur gebrachte gedeelte binnenstroomde. Door
een geregelde afwatering was het mogelijk op het <een
gaan wonen. Iedere kolonist bouwde op zijn Kavel een huis,
zodat langs de veenstroom een lint van bewoning ontstond.
- door ontwateren, bemesten en akkeren verging het veen
geleidelijk en kionK in; dit leidde tot daling van de oodem.
Het waterpeil zakte niet, met als gevolg dat het land
drassig werd. Akkerland veranderde in weidegrond, waar vee
op werd gehouden.
-de sloten werden vanaf de veendijk doorgetrokken en de
nieuwe percelen van een achterdichting voorzien. Kort daarna
verplaatste men ook de huizen naar het nieuwe akkerland. Zo
"wandelde" een nederzetting in de loop van enkele eeuwen
door een gebied.
In een oorkonde uit 1063 ia er voor het eerst sprake van oei:
dorp "Scirmere". Het bezit een kerk of kapel, die eer. doch
ter ker« van Heiioo wordt genoemd. De oudste vermelding van
een west-oost verkaveling van Schermer en Graft dateert van
ca. 1115. Abt Adal1ardus van Egmond ruilt dan n.1. een halve
hoeve weiland te 'Scirmere" gelegen "inter duas gribbas",
dwz. tussen 2 sloten, tegen elders gelegen land. Over de
ligging van de oudste dorpen is weinig bekend. Meddens ver
onderstelt dat het oudste Schermer gezocht moet worden ten
noordwesten van het huidige Grootschermer, maar dat het door
het water geheel is verzwolgen.