De talrijke vondsten van laat-middeleeuws aardewerk langs de Gouw duiden in ieder geval op een bewoningslijn die mogelijk een volgende fase van het oude Schermer vertegenwoordigt. Opvallend is overigens, dat het smalle (Schermer-)veeneiland in die tijd tussen de enorme watervlakten van Schermer en Beemster kon blijven bestaan. Enkele onderzoekers menen dat dit mogelijk te danken is aan een relatief dichte bewoning, die met man en macht het watergeweld bestreed. Een oude Rijmkroniek (3) suggereert periodieke (seizoens)bewoning: 't Volcks welvaert quam daer op de baen: Men timmerde doen Oostwaert aen. Onlangs daer na, soo men vernam, Dat Hollandts Graef uyt Engelandt quam 't Jaer doen men twaelfhondert schreef Het Eylandt onbewoond meest dreef."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1988 | | pagina 11