De talrijke vondsten van laat-middeleeuws aardewerk langs de
Gouw duiden in ieder geval op een bewoningslijn die mogelijk
een volgende fase van het oude Schermer vertegenwoordigt.
Opvallend is overigens, dat het smalle (Schermer-)veeneiland
in die tijd tussen de enorme watervlakten van Schermer en
Beemster kon blijven bestaan. Enkele onderzoekers menen dat
dit mogelijk te danken is aan een relatief dichte bewoning,
die met man en macht het watergeweld bestreed. Een oude
Rijmkroniek (3) suggereert periodieke (seizoens)bewoning:
't Volcks welvaert quam daer op de baen:
Men timmerde doen Oostwaert aen.
Onlangs daer na, soo men vernam,
Dat Hollandts Graef uyt Engelandt quam
't Jaer doen men twaelfhondert schreef
Het Eylandt onbewoond meest dreef."