10 Blijdschap straalt uit «lier oogen Nu de wolf zijn klaauwen derft, Zie zijn vruchtloos knarsetanden, 't Vuur brandt hem in d' ingewanden, Hij verlaat zijn wijk, en sterft. Nu de veen in turf (4) herschupen Nu het land beploegdbezaaid Nu de slooten uitgestoken Eu de vette kloi verbroken Dan, het schoone graau gemaaid. Spoedig wordt de lijd geboren, Dat het rund hier voedsel vindt, Eu hnnr melk met dikke stralen, In den emmer neer laat dalen, Die de boer, tot kaas ontbindt. Spoedig zal het schaap hier weiden Dat door vleesch en melk, en wol, Ons zal dekken en zal voeden Spoedig zal het zwiju hier bloeden 't Muakt de kuip en schoorsteen vol. 't Edel paard zal spoedig grazen Op deez' grond, zoo menig jaar In het zwalpend nat begruven 't Voert den boer bij 't vrolijk draven Uit deez' Meer naar Alkmaar. Smaakt dus bewoners van dit oord, Nog lang geluk en zegen Gods liefde leide u veilig voort, Langs rijk bebloemde wegen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1988 | | pagina 12