MENEERTJE
2
Merkwaardigerwijs staat tussen de nieuwjaarsgroetjes uit
1932 er één van een echtpaar uit Purmerend: het echtpaar
Pijlman-Vink. Onder de Grafters en Rijpers wellicht niet
bekend, maar des te beter onder de Graftdijkers.
"Meneertje" werd de heer Pijlman er genoemd. Vanwege
zijn inderdaad niet grote gestalte. Maar dat was het toch
niet waaraan hij en zijn vrouw hun bekendheid ontleenden.
Meneertje was familie van dominee Loysen, de dominee die
- nog langer dan Biemond - predikant in Graftdijk is ge
weest. Eigenlijk was mevrouw Pijlman (die nooit "mevrouw
tje", maar altijd mevrouw werd genoemd) familie van domi
nee' s stiefmoeder, de ontzettend lieve mevrouw Loysen-
Vink.
Meneertje was er, met zijn vrouw, altijd als dominee jarig
was, op 20 juni, en waar dan ook alle kinderen van de zon
dagsschool en de schoolcatechisatie op het tuinfeest kwamen,
dat ter ere van de verjaardag werd aangericht. Meneertje
was de gangmaker en de altijd-mee-doener van het feest.
Hij had een blozend rond gezicht met een blonde borstelsnor
en twinkel-ogen. Hij was onvermoeibaar in de kringspellet
jes, waarin gedanst of getikkie-de - man'd moest worden of
geblinddoekt gezocht naar "Jacob, Jacob, waar ben je? "Als
hij daarin op de een of andere manier zelf aan de beurt was
om iets te zeggen of te roepen zette hij altijd een apart stem
metje op. Kortom, zonder "meneertje" was het feest niet
compleet. Ik denk dat hij en zijn vrouw er ook het aller
klier mee st van genoten. Ze waren kinderloos. Vandéér.
Vat precies zijn beroep was, weet ik niet. In de jaren na de
oorlog werkte hij bij Doets' Handelsonderneming De Spar.
op het kantoor. Hij kende Italiaans (en waarschijnlijk nog 'r.
aantal talen). Daardoor ben ik in die tijd wel eens bij hem
geweest voor mijn buren Woudhuizen, die in de ooiiog twee
Italiaanse deserteurs bij zich hadden laten onderduiken. Na
de oorlog bleven ze in briefwisseling met elkaar gedurende
nog een aantal jaren. Meneertje vertaalde die brieven over
en weer. Mijn rol in deze was slechts die van koerier tus
sen de buren en meneertje.
Hij is er al lang niet meer; de dominee en zijn tweede moe
der zijn al jaren dood en de buren Voudhuizen leven ook nn"
meer. Er is alleen nog maar de herinnering. Aan "meneer
tje", die kltijd meedeed. Zelfs met de "weesgegroetjes
het Rijpertje. C®