X a Zacob Hoek, zn. van IX a
Bijgenaamd 'Potten Zaap', arbeider, koopman, kramer in galanterieën.
Woonde achtereenvolgens op het Zuideinde, Rietbuurt, 't Vlaander,
St. Zacobsbuurt en aan de Rechtestraat (de Dondersteen).
Geb. 26.07.1S63, 04.30 uur/overl. 11.09.1937.
Huwelijk Schermerhorn 25.01.1894.
Geertruida Margaretha Visser,
dr. van Willem Visser, dagloner, en Marijtie Tuijnman.
Geb. Schermerhorn 01.07.1872, 12.00 uur/overl. 19.08.1937.
Uit dit huwelijk 1 5 kinderen, waaronder:
- 3ohan, volgt XI a;
- Pieter, volgt XI b;
- Zacob, volgt XI c;
- Marinus, volgt XI d.
X b Harmen Hoek, zn. van IX a
Koopman (vodden, galanterieën), arbeider.
Harmen diende bij zijn huwelijk bij het Regiment Veldartillerie te
Helder.
Woonde aan het Zuideinde, Rietbuurt, Regtestraat, Nieuwland en later
langs de Béemster.
Geb. 03.01.1865, 05.00 uur/overl. 04.02.1921, 21.00 uur.
Huwelijk 26.05.1889, Elisabeth Obee,
dr. van Hendrik Obee, timmermansknecht, en Zansje de Vries.
Geb. 13.10.1869, 14.30 uur/overl. 15.02.1951.
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
- Zohannes, volgt XI e.
X c Zacob Hoek, zn. van IX b
Bijgenaamd 'Zapie Swabie'.
Geb. 27.02.1860, 12.30 uur (NH ged)/overI. Graft 07.07.1921, ongehuwd.
Zacob was geestelijk gehandicapt en was als los arbeider overal werk
zaam; hij deed zijn werk altijd vreugdevol.
Hij handelde wat en liep voor een dood schaap rustig op en neer naar de
Schermer, tenslotte was dat toen ook handel.
Hij werd niet altijd serieus genomen, getuige het relaas over hem in 'Een
nieuwe Chronyke', jrg. 2, nr. 1, dec. '84, blz. 3.
Bij het 'strontdotten pluizen' vroeg men hem: 'Moet je een dot in je
mond?' En dat deed ie dan geen frisse aangelegenheid dus.
Abusievelijk is in deze Chronyke-passage 'mand' getypt i.p.v. 'mond',
Eveneens wordt Zapie Swabie beschreven in 'Een nieuwe Chronyke',
jrg. 1, nr. 2, mrt '84, blz. 24.