L.. Bruin, eigenaar van een touwslagerijwas tot voogd
over de weesjongen aangesteld. Als wethouder en lid van
de kerkeraad der doopsgezinde gemeente behoorde hij tot
de notabelen van het dorp. In deze familie vond Pieter er
kenning. Het voorgeslacht der Bruinen kende een aantal ge
letterden, aan wie Pieter zich kon spiegelen. Dat gold ze
ker voor Willem Bruin (1759-1826), die in zijn tijd een
zekere faam genoot. Een reeks filosofisch-theologische
verhandelingen staat op zijn naam. Ook een roman in brief
vorm is uit zijn ganzeveer gevloeid. Hoe vaak zal in dit
huis tegen de li terair begaafde Pieter gezegd zijn: "Jij
wordt nog eens een tweede Willem Bruin.' Dat hij deze
voorzaat vereerde, blijkt uit de schuilnaam "W. Bruin", die
hij van 1918 af onder zijn artikelen in "De Nieuwe Amster
dammer" plaatste.
Socialisme
Mocht zijn literaire belangstelling in dit intellectuele mi
lieu zich verder ontwikkelen, van aanraking met het opko
mende socialisme was in zijn geboortestreek nauwelijks
sprake. Dit Schermerland beschreef Saks in zijn onvol
tooide autobiografie "Kritische Herinneringen" als een ge-
isoleerd plattelandsgebied, waar de tijd was stil blijven
hangen. Nog in 1929, meldt Saks, was het toneelstuk "Op
hoop van zegen" van Heyermans in Grootschermer verboden.
Hoewel op het Schermereiland schrijnende armoe heerste,
leidde deze niet tot botsingen: het tanen der welvaart
was er te algemeen voor, het ontzag voor de geordende
"her en "-maat schappij te groot en het besef der verdraag
zaamheid te diep geworteld".
Het socialisme had hier derhalve geen poot om op te staan.
"Afschaffing van privaatbezit als mogelijkheid voor te stel
len tegenover een gehoor waarvan ieder gewoon was op een
dubbeltje dood te blijven, beteekende zoveel als de voor
spelling, dat de hemel omlaag kon vallen". Pas in 1893
werd in De Rijp een kwijnende afdeling van de Sociaal De
mocratische Bond van Domela Nieuwenhuis opgericht, die
spoedig daarna weer in het niets verdween.
Andere wereld
Pas toen Pieter de wereld buiten zijn geboortestreek leer
de kennen, werd hij ontvankelijk voor de strijd van de pro
letariërs tegen de kapitalisten. In de beginjaren tachtig be
zocht hij de kweekschool te Haarlem, waar hij een vol jaar
vóór zijn klasgenoten het examen voor hulponderwijzer af
legde.