14
Dat Nederlanders tot de eerste westeuropeanen behoorden
die in het begin van de 17e eeuw het ontoegankelijke Japan
openden via handelscontracten, is algemeen bekend. Wij
hadden er - samen met de chinezen sinds 1638 het unieke
recht handel te drijven. In die tijd werden de noord-
aziatische wateren dus al druk bevaren door Nederlandse
koopvaarders. Het ligt voor de hand dat zij ook elders aan
wal gingen. Zoals Jan Jansz. Weltevree uit De Rijp in
Noord-Hollanddie op zoek naar water voor zijn schip, op
een eiland terechtkwam. Dat eiland heet Tjeedjoe. Het is
ongelooflijk mooi en het hoort bij Zuid-Korea.
Minder bekend is waarschijnlijk, dat toen het eerste con
tact van de Koreanen met west-europeanen werd gelegd.
Ter herinnering daaraan is circa 8 jaar geleden op het
eiland Tjeedjoe een monument opgericht, het Pak Yon-
monument, door gezamenlijke Nederlandse en Koreaanse
aanpak.
Jan Jansz Weltevree zou wellicht in het vergeetboek der
geschiedenis zijn terechtgekomen, als de Koreanen geen
verslag hadden nagelaten van dit voor hen merkwaardige
schepsel dat op hun kust was geland.
Jan Jansz Weltevree vertrok in 1626 naar de Oost, aan
boord van de "Ouwerkerck", die via Jacatra (Djakarta)
naar Japan koerste. Oostenwinden dreven het echter in
de richting van het vasteland. Het water aan boord raakte
op, door deze omweg. Weltevree kreeg daarom opdracht
het eerste het beste land wat voor de boeg kwam, te ver
kennen en met water terug te komen. Dat was op 't eiland
Tjeedjoe, waar de bevolking hem gevangen nam. Weltevree
heeft De Rijp nooit meer terug gezien. Hij trouwde met
een Koreaanse. Ze kregen een zoon. Jan Jansz is er ge
storven onder de naam Pak Yon.
Koreaanse annalen vermelden onder meer: "Pak Yon was
een zuidelijke barbaar'.' Een misvatting die werd veroor
zaakt docrdat zijn schip van Java kwam. "Hij was veel
langer dan normaal. Hij was intelligent en ernstig en in
de zaken waarover hij sprak toonde hij zich de gelijke van
eminente mannen".
Over zijn landing vermeldden de Koreanen: "Pak Yon ver
telde ook dat hij in zijn land had gehoord dat Koreanen
mensenvlees roosteren en opeten. Op het moment dat hij
voet aan wal zette op Tjeedjoe, was de zon net onderge-