die in De Rijp haar oorsprong had. J. Hop van Spijkerboor kwam met een klepper van de nachtwacht aandragen, H. Oortwijn schonk een antieke bakkershoorn. Van de "Maatschappij" werd zeer veel materiaal in bruikleen ontvangen, uit de nalatenschap van de reder Jan Boon Jr. Op 10 augustus 1938 was het zover dat het museum door burgemeester van Staveren geopend kon wor den. 's Middags om half drie verzamelden zich de heren van het genootschap, de regenten van het Gemeene Wees- en Armenhuis, de gemeentesecre taris Dalenberg, de pers en een fotograaf in de mooie regentenkamer van het gebouw. De erevoor zitter bracht de ondernemende voorouders van de Rijper bevolging, die verre zeeën bevoeren en de nijverheid gaande hielden in herinnering en noemde het tot stand brengen van dit museum eveneens getuigen van een ondernemende aanpak. Hij bracht dank aan de initiatiefnemers en aan de belangstellende donateurs en besloot zijn openingsrede met de wens dat het Rijper Museum zich in een druk bezoek zou mogen verheugen. Een bordje vermeldde de entreeprijs: 10 cent, de openingstijden: dagelijks van 2 tot 4 uur en de adressen bij wie de belangstellende bezoe ker zich kon melden. Een fraai uithangbord sierde de gevel. Tijdelijk op een (heel) laag pitje Tijdens de beginjaren van het museum was er een redelijke publieke belangstelling. Er waren circa 40 donateurs. In 1941 trad het genootschap toe als lid van het Westfries genootschap. Dit had tot gevolg dat jaars daarna de traditionele West- friezendag in De Rijp werd gehouden. In het mu seum was voor dit doel een speciale - 6 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1987 | | pagina 8