Het idee werd opgevat om eens te proberen een
wijdere kring van medestanders bijeen te brengen
en in die kring de mogelijkheden te bestuderen
om ook in De Rijp in deze geest iets van de grond
te krijgen. Uit de gemeente was al zoveel waarde
vols verdwenen of verloren gegaan; met een geza
menlijke aanpak zou wellicht nog veel gered kun
nen worden.
Als gevolg van dit plan kwamen op maandag 27
september 1937 de volgende genodigden bijeen;
C.L.C. de Boer, T.P. van Houwelingen, G. de Jong,
N.C. Leguit, G.R.A. Meyer, J. Schouten en
P. Veldboer. Notaris Th.R. Luyckx en de heer
D. Spaarman hadden bericht van verhindering
gestuurd, maar daarbij wel van hun instemming
blijk gegeven.
Na inleidende besprekingen kwam het gezelschap
al spoedig tot het besluit tot oprichting van
het "Oudheidkundig Genootschap De Rijp". De heer
Meyer, directeur van de Maatschappij tot bevorde
ring van Nijverheid, aanvaardde de hem aangeboden
voorzittersfunctie en op diens voorstel werd
de heer van Houwelingen tot archivaris genoemd.
Besloten werd verder om burgemeester van Staveren
het erevoorzitterschap aan te bieden. Voor de
posten van secretaris en penningmeester zouden
notaris Luyckx en de heer Spaarman worden aange
zocht.
Om de penningmeester aan middelen te helpen werd
voorgesteld enige instellingen een bijdrage in
de oprichtingskosten te vragen en zouden de leden
in eigen kring, ook buiten de plaats, trachten
donateurs aan te werven die per jaar minimaal
f 1,zouden willen betalen.
Tijdens deze eerste bijeenkomst werd ook al ge
sproken over een lokatie voor het toekomstig
museum. Genoemd werd het pand aan de Middenstraat
(nu Jan Boonplein), eigendom van architect A.A.
Kok te Amsterdam. Voor restauratie van dit huis
- 2 -