Voor de inrichting was weinig geld. De penning
meester had in de loop der jaren zo'n f 1.300,
aan contributie verzameld, daar mocht ik wel
wat van besteden. Toen zijn hele kas was leegge
maakt en ik nog f 2.000,nodig had, waarvoor
een lening werd aangegaan, trad hij spoedig af.
Er waren nieuwe tijden aangebroken.
Zes jaar hebben we het museum beheerd. Toen onze
derde zoon onderweg was hebben we het verlaten,
om verder te werken in de Arend waar we 12 jaar
het werken in en voor het dorp hebben voortgezet,
waarbij ik me ook wel eens afgevraagd heb of
ze er allemaal wel zo gelukkig mee geweest zijn.
Maar voor mijzelf sprekend: ik wel.
mei 1987. Cornelis de Jong.
- 16 -