DE EERSTE UREN IN HET HOUTEN HUIS 24 November 1959 wilden we onze verhuiskisten in het museum aan het Jan Boonplein no. 383 plaatsen. We hadden afgesproken dat we op die dag zouden komenmaar toen we de voordeur open maakten, met vier Amsterdamse verhuizers achter ons, lag er nog geen vloer, dus werd het moeilijk met die verhuizing. We improviseerden snel iets en dat zouden we nadien nog zes jaar lang blijven doen. In de laatse fase van de restauratie van het oude koopmanshuis was het tempo duidelijk achter uitgegaan. De animo was er een beetje af, restau reren is wat anders dan nieuwbouw. Er waren wat vergissingen gemaakt, de herstelde voorgevel moest gesloopt en opnieuw opgemetseld worden om de voordeur in het midden te plaatsen. Het geld was op en er waren geen bewoners in het dorp te vinden voor het kleine woninkje, die ook nog het museum 's zondags wilden openhouden. Dus waarom zou je je verder haasten. Dat een jong architect uit Amsterdam iets in het huis en museum zag, viel moeilijk serieus te nemen. Tot aan Sinterklaas zijn we, tijdens die gure najaarsdagen in het onverwarmde huis, in de weer geweest om onze spullen een plaats te geven. Veel hadden we niet, maar het liet zich moeilijk plaatsen: een groot tekenschot en een concert vleugel. Het houten huis werd voorzien van een immens vloerluik in de zolder, om de vleugel doorgang te verlenen. Daar lag dus wel al een vloer, deugdelijk vernageld. Sinterklaas werd een feest, 's Morgens reed hij op een witte schimmel, levensgroot en absoluut - 13 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1987 | | pagina 15