Een roerige dag in Graft
10
Oktober 1799- Holland is al enkele jaren onderdrukt door
de Franse troepen van Napoleon. In augustus doen Engel
se en Russische troepen een inval in Noord-Holland. Op
de ochtend van de e oktober is de vroedschap van Graft
bijeen om te bespreken de vordering van arbeiders aan
de batterij buiten de Beemster poort bij Furmerend, als
een ZO h 30-tal Engelse huzaren van De Rijp uit het raad
huis van Graft passeren. De laatste huzaar stopt bij het
raadhuis en houwt met zijn sabel de vrijheidsboom in stuk
ken.
Nu komen ook enige Grafters aangelopen en de houwende
huzaar ziende vatten zij moed en roepen naar de bode op
het raadhuis om een bijl en een graaf, om de restanten
van de vrijheidsboom er uit te halen.
Tijdens de opgewonden situatie bevelen zij de bode enige
flessen jenever te halen. Als dan de boom gerooid is.
wordt alles ter plaatse verbrand.
Dan wordt van het raadslid Cornelis Hooijboer geëist dat
hij de vlag op de toren zal plaatsen maar die heeft daar
niet veel zin in. Toen er zo'n 40 k 50 burgers verzameld
waren kreeg het raadslid de opdracht de vlagopzetters te
gelasten de vlag te plaatsen. Er werd hem toegeroepen:
"In '95 waart gij baas, maar nu zijn wij baas". Toen de
vlag geplaatst was, werd uit vreugde de kerkklok langdurig
geluid en kwamen hierdoor nog vele Grafters op de been.
Enkelen eisten toen ook van het raadslid Hooijboer dat hij
jenever zou schenken en ook het raadslid Van Baars moest
met de fles op de proppen komen.
Toen zo de ochtend vorderde, kwamen enkele Grafters op
het idee ook in Noordeinde de vrijheidsboom te verbranden
en alzo geschiedde.
Naar Qostgraftdijk
In de loop van de ochtend gingen de raadsleden van Qost
graftdijk, die in Graft op het raadhuis waren, weer naar
huis omdat er van vergaderen niets kwam. In Oostgraftdiik
aangekomen, plaatsten zij daar ook de Oranjevlag op de
toren, waarna de Oostgraftdijker s luid begonnen te schreeu
wen om hun aanhankelijkheid aan Oranj e te tonen. Hier liep
het echter volkomen uit de hand, want sommigen meenden
hun onderlinge ruzies even uit te vechten. Zo was daar ene
Trijntje Hendriks Akeman, die bij Klaas Stam. de winkelier