HET RIJPER IJSSPEL raftdijk enberg rkelijke n Hen- Zijn en 1730 bleek cht de et om •derwijk phy sico - Klin- liberalium ring tot ot predi- e met te Over- 11 aanstel oren van ewoon andrang etrekking, d aange- ïlijke ge- Op 10 tot doc- nbt van y in zijn i af te in zijn rmer end. "Op de eerste ijszondag in dit seizoen was het een gezel lige drukte achter het dorp" schreef de nestor van onze vereniging de thans 90-jarige heer G. de Jong indertijd (jaren 1 50) in "De Speel wagen". "Vele bewoners waren naar de grote ijsvlakte gegaan om getuigen te zijn van het voorbijtrekken der duizenden, die aan de dorpentocht deelnamen en ons dorp moesten passe ren. Eén groep was er echter, die zich van dit voorbijtrekken niets aantrok, namelijk de deelnemers aan het bekende ijsspel. Deze waren zo zeer in het spel verdiept, dat al het overige hun ontging. Zo heeft toch iedere gemeente zijn bijzonderheden. Is Grootschermer bekend om zijn knikkerspel De Rijp heeft grote bekendheid verworven door zijn ijsspel. Een spel dat voor zover mij bekend, enkel in De Rijp beoefend wordt. Een brede vaart midden in het dorp, De Gouw genaamd geeft toegang tot het water- en poldergebied en vertakt zich zich in talrijke sloten, welke wederom uitmonden in plassen. Deze sloten nu van grillige vorm zijn bij uit stek geschikt om het ijsspel te beoefenen. Zodra de win ter zijn intrede heeft gedaan worden de voorbereidingen door de heer P. Brouwer, exploitant en eigenaar van de ballen, getroffen. Het eerste werk is namelijk het plaat sen van de trefpalen. Eén paal wordt geplaatst aan de westzijde van de Gouw in het midden der derde slootmon- ding en de andere aan de oostzijde. Deze laatste dient voor de speler die de tocht om het "Joden-Kerkhof" ma- ken;- laat ik er direct bij vertellen dat dit met een be graafplaats niets te maken heeft; het is de naam van een stukje land, rondom omgeven door water. Nu de spelregels. Het spel kan gespeeld worden met een willekeurig aantal personen. Het beginpunt is de monding der "vierde sloot" welke op ongeveer 40 meter afstand met de derde sloot evenwijdig loopt en na ongeveer 300 meter zich in U-vorm naar deze ombuigt. Om beurten werpt men met een houten of rubberen bal van ongeveer tien cm middellijn op het ijs en laat deze uitrol-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1987 | | pagina 9