12
Spagestoken land
de hoeve wenste te beschouwen.
Hoe kon worden voorkomen dat "spagestoken land" onbe
heerd dreigde te worden achtergelaten, toont ons het vol
gende voorbeeld.
Na de zware stormschaden van de winter 1421-'22 moest
onder leiding van de graaf de Westfriese dijk worden her
steld. Daartoe gaf hij allen die in Venhuizen geërfd en
woonachtig warenm bevel zich op de dijk te verzamelen.
Aan hen werd gevraagd, wie zich niet in staat achtte de
noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan zijn hoefslag te
verrichten. Dezen verloren al hun land en goed en werden
voor altijd uit Holland verbannen. Het achtergelaten stuk
dijk moest dan door "huislieden" uit Graft en het Zuidein
de van Schermer worden hersteld. Na oplevering van het
door hen voltooide werk zal aan hen de keus worden gela
ten of zij dat gedeelte van de dijk met al het land waarop
het gestoeld was wilden houden of niet (4).
Een dijkbreuk betekende voor de gehele polder groot ge
vaar. De graaf had dan ook het recht over iemand die op
zettelijk de dijk doorstak de doodstraf uit te spreken.
"De dijkbreker sal in de breuc gesmeten worden, men sal
een pale slaen door sijn lichaem ende hem in de dijk be
graven" (5). Dreigde een doorbraak dan luidden de klok
ken en riepen het dijkleger op. Alle mannelijke bewoners
waren dan verplicht op het bedreigde punt te komen en de
dijk "uit den vreeze te dichten". Op straffe van het verlie
zen van hoeve en land:"Wie niet meedijkt in nood verbeurt
zijn erf".
Naar Petten
Deze dienstplicht strekte zich niet alleen uit tot de eigen
polder. Immers als de "soute seedijck" het begaf, stond
het leven van iedere Noordhollander op het spel. Toen
tijdens de verschrikkelijke St. -Elizabetvloed in 1421 de
duinen bij Petten waren weggeslagen moesten ook man
nen uit Schermer en Graft meehelpen het gat te dichten.
Van die tijd af werden de kosten voor de herstelwerkzaam
heden aan duinen en dijken bij Petten na zware stormvloe
den ook over de bannen op het Schermereiland omgeslagen.
Dat ook dit een drukkende last voor de huislieden vormde,
blijkt wel uit het privilege van 1426. De besturen van de
dorpen op het Schermer eiland wisten in dat jaar van Jaco-
ba van Beieren gedaan te krijgen dat zij niet binnen een