heervaartorganisatie met de komst van de Bourgondiërs
op haar retour was. Zij kon immers ook een gevaar
voor het landsheerlijk gezag betekenen. Dit bleek dui
delijk uit de opstandigheid van de Noordhollanders tij
dens de machtsstrijd tussen Jacoba van Beieren en
Filips van Bourgondië. Daar ook de Schermereilanders
in deze fase van de zgn Hoekse en Kabeljauwse twisten
direct betrokken waren en de gevolgen hiervan voor hen
niet onbelangrijk ^aren, zullen we hier een ogenblik
stil blijven staan
In 1425 overleed in Holland Jan van Beieren, wellicht
tengevolge van een wel zeer snode daad. Misschien
niet zonder medeweten van Vrouwe Jacoba had men
veigif aan de omslaghoeken van zijn gebedenboek ge
smeerd. De Kabeljauwse Staten van Holland en Zee
land huldigden nu Jan IV als graaf, die echter dacht
wat beters te doen te hebben en deze gewesten maar
al te graag verpande aan Filips van Bourgondië. Hoekse
edelen verklaarden zich echter voor de door Filips ge
vangen gehouden Jacoba van Beieren en maakten zich
begin maart 1425 meester van Schoonhoven.
Dienstweigering
Onder de belegeraars die deze plaats weer in Kabel
jauwse schoot moesten zien terug te brengen bevond
zich ook een aantal Noordhollanders. Toen hen werd
bevolen enig graafwerk te doen, weigerden de lieden
uit een aantal dorpen, waaronder die van Graft en het
Zuideinde van Schermer 6)die "soldaatonterende"
arbeid te verrichten. Eveneens vertikten zij het de
loonkosten van de professionele schanswerkers voor
hun rekening te nemen. Een Haarlemse burger was
uiteindelijk bereid het benodigde bedrag uit eigen mid
delen voor te schieten, nadat hij de toezegging had ge
kregen dat geld later met harde middelen van de eigen
gereide werkweigeraars te mogen terugvorderen.
Aldus geschiedde, waarop de gestraften, onder wie
zich weer Schermereilanders bevonden 7), begin maart
1426 in grote getale Haarlem belegerden. Zij vertrok
ken er niet eerder dan nadat hen straffeloosheid voor
al hun euveldaden was toegezegd. Zij begrepen echter
dat zij op den duur de toorn van hertog Filips niet zou
den ontlopen en besloten hun heil te zoeken bij Jacoba.