Hekelaar en dichter In de Nieuwe Chronyke no. 4 van december 1985 schreef de heer C. Booy een artikeltje over :Karrei, Kortgoed en Bere-zwaar werk". Daarin op pagina 7b iets over de hekel arij van de Blokkertjes. Het herin nerde mij aan de hekelaar Coenraad Blokker, een zwa ger van Pieter Appel en Trijn Bak, over wie ik in het vorige nummer en in nummer 1 van deze jaargang van de Nieuwe Chronyke het een en ander vermeldde. Coenraad Blokker dan, naar mijn weten geboren in 1849 of daaromtrent, was getrouwd met een zuster van Pieter Appel. Evenals hij kon Coenraad uitstekend gedichtjes maken. Bijna honderd jaar geleden schreef hij in het poëzie album van mijn grootmoeder Ariaantje Molenaar-Appel, onderstaand versje: De schoonste tijd des levens Is reeds voor mij voorbij Toch is t nog goed te staren Al naar dat schoon getij vVanneer nog t harte popelt Van vreugd en rein genot Hoe heerlijk, driewerf heerlijk Is voor de mens dit lot. Gegroet dan jeugdig nichtje Dat thans die tijd beleeft Vanneer men zielsgelukkig Op vlindervleug'len zweeft Geniet dan van die vreugde Als van een zoete droom En blijf steeds vriendelijk denken Aan Uwen trouwe oom Coenraad Blokker Ariaantje Molenaar-Appel overleed op haar 99e ver jaardag, in 197 9. Zij woonde toen al enige jaren in De Mieuwijdt te Graft, waar een van mijn tantes dit versje voor de bewoners heeft voorgedragen. J. IJ. Molenaar, Leusden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1986 | | pagina 13