KERKELIJK LEVEN IN GRAFT EN
DE RIJP IN DE 17e EEUW
Zaterdag 2 november 1985 werd in de Vermaning te
De Rijp een bijeenkomst gehouden van de Doopsge
zinde Historische Kring. De circa 120 deelneem
sters en deelnemers werden er verwelkomd door
br. Brusewitz, voorzitter van de DHK. In zijn in
leidend woord merkte hij onder meer op dat in
Leeghwater's tijd de doopsgezinde gemeente De Rijp
met 427 leden de grootste was in Noord-Holland,
na Amsterdam en Haarlem.
De ochtendbijeenkomst van de DHK stond in het teken
van het kerkelijk leven in Graft en De Rijp ge
durende de 17e eeuw. Over dat onderwerp hield prof.
dr. A.Th. van Deursen een causerie. Hij maakte
daarbij gebruik van het materiaal wat door de
studenten Bas de de Jong en Liesbeth Geudeker was
verzameld voor hun doctoraalscripties over respec
tievelijk het kerkelijk leven van de gereformeerden
te De Rijp en die van Graft.
Hoewel aan De Rijp historisch bezien bekende namen
zijn verbonden, is de belangrijkste historische
gebeurtenis de grote brand van 1654. Stadsbranden
waren in die tijd weliswaar niet zeldzaam, maar
deze kan worden aangemerkt als de grootste van die
eeuw. 17e eeuwers zagen zo'n brand als de straf
uit Gods toorn enerzijds; anderzijds vonden ze er
de troostrijke waarschuwing in dat zo'n catastrofe
ook andere plaatsen had kunnen treffen.
Leeghwater noemde De Rijp "een koningin temidden
van haar hofdames". Hij had wel reden om trots te
zijn op zijn dorp, want er ging heel wat in om.
Waterwegen
Bezien we de plaatselijke situatie van omstreeks
die tijd, dan wordt het dorpsbeeld als het ware
beheerst door water. De resoluties van Graft maken
veel gewag van de sloten en bruggen, waarbij de
2