Willem verdiende 's zomers wat bij met hooien en
hier en daar timmerklusje.
Op de molen moet altijd een komen en gaan zijn ge
weest van vrienden en bekenden. De molen lag ook
vlak bij het pontje van Spijkerboor. Toch hadden ze
het erg arm, zodat de oudste dochter uitbesteed werd
naar de ouders van Pieter, op de molen aan de Volger
gang.
Ariaantje ging dan ook in de Beemster op school aan
de hoek Volgerweg-Jisperweg
De andere kinderen gingen in De Rijp op school. De
alleroudste Rijpers moeten Willem nog gekend hebben.
Hij was getrouwd met Jansje Slot uit De Rijp. Hij
is denk ik, in het begin van de jaren dertig ver
trokken naar Koog aan de Zaan en daar in 1955 over-
1 eden
Om voor mij onbekende reden vertrekken Pieter en
Trijn rond 1905 naar een molen in de Purmer, onder
Ilpendam. Op deze molen hebben ze niet lang gewoond,
want in 1911 wordt deze gesloopt. Mijn grootvader
Jan Molenaar zette op de plaats van de molen een
wit stenen huisje dat er nog altijd staat. In dit
huisje sterft Pieter in 1913 op 64-jarige leeftijd.
In 1915, Trijn is dan inmiddels 65, gaat ze naar
Grootschermer als huishoudster bij de gebroeders
Jan en Kees Kieft, want AOW was er nog niet. Ze
blijft daar tot haar 75e jaar. Dan is het welletjes.
Ik ben 5 a 6 jaar oud wanneer ik mij haar echt be
wust wordt. Trijn is dan 80 jaar.
Van haar leer ik de vogels onderscheiden en dingen
op het land zien. Ik noemde haar „ouwe opoe", ter
onderscheiding van mijn echte opoe, die ik altijd
nog „opoe Grootschermer" noemde.
Trijntje Bak, of eigenlijk moet ik zeggen Trijntje
Appel-Bak, was mijn overgrootmoederhaar dochter
Ariaantje mijn grootmoeder. Ariaantje Molenaar-
Appel, in Grootschermer beter bekend als „Jaantje-
buur"
Het is maar weinig kinderen gegeven zo goed en zo
lang zulke volkomen onbaatzuchtige en genereuze
grootmoeders gehad te hebben. Dat geldt natuurlijk
ook voor mijn neven en nichten.
15