Trijntje, onze hoofdpersoon gaat naar haar oom Bertus Vink te Graft. Ze gaat ook in Graft naar school. Later gaat ze in dienst bij de veehouder Auwel Prins op Oost-Graftdijk Of dat haar eerste betrekking was weet in niet, maar daar blijft ze tot aan haar huwelijk. Een chagrijn zal Auwel Prins niet aan haar gehad hebben, want Trijn zat altijd vol grappen. Als er dan ook iets in de buurt was voorgevallen zei men: Het zal wel weer een mop van Trijn Bak wezen. Trijn was niet alleen lief, ze was nog mooi ook. Ze trouwt op bijna 26-jarige leeftijd met Pieter Appel van de zelfde leeftijd, timmerman van beroep en afkomstig uit de Beemster. Zijn vader en moeder waren Willem Appel en Ariaantje Peetoom. Zij woonden in een van de molens van de Volgergang te Beemster. Pieter Appel was een pittig kereltje, zoals men mij vertelde, dat prachtig kon zingen en voordragen. Hij was een bekend feestdichter en redenaar op bruiloften en partijen. Menige boerenbruiloft heeft hij opgevrolijkt. Het nadeel dat daar aan kleefde was, dat hij menig slokje kreeg aangeboden en dat was soms wel iets te veel van het goede. Letwel, hij was beslist geen zuip- schuit, maar dat bracht die hobby van hem nu eenmaal mee. Trijn was er de vrouw niet naar om daar veel stam pij over te maken. In het begin van hun huwelijk hebben ze in de Beemster gewoond. Daar werden drie van hun vier kinderen ge boren. Ariaantje in 1877. Zij werd 99 jaar, Jacob in 1879; hij werd later watermolenaar in de Beets. Geertje in 1881, Zij werd 101. En tenslotte Willem. Hij werd geboren in de molen van Kamerhop in 1883 en was jaren werkzaam aan de Rijper gasfabriek. Ik denk dat Trijntje en Willem zo'n 25 jaar in de molen van 't Kamerhop hebben gewoond. Het loon be droeg toen 125.50 per jaar. Dat was niet eens zo slecht in vergelijking met andere molens. Er was verder vrij huur en een turf-toelage alsmede enige petroleum.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1986 | | pagina 16