Nibbering en later, toen ik een jaar of twaalf was, deed
ik het zelf. 's Maandags werden de boorden opgehaald.
Dat deden ook die meisjes en later ik zelf, maar er
werden er ook wel door de klanten bij ons aan huis
gebracht.
Moeder was afkomstig uit Schermerhorn en ook in
Schermerhorn had ze meisjes die boorden voor haar op
haalden. Die werden dan met de stoomtram naar De Rijp
meegegeven en 's zaterdags gingen ze met de tram weer
naar Schermerhorn terug. Ok uit de Schermer en de Beem-
ster kreeg ze boorden en manchetten te wassen en te
strijken. Uit de Schermer nam "De Friese Boer" ze mee.
Dat was Arie Boots. Bakker Breed nam ze mee van de
Jisperweg, en Jo Geerke nam ze ook mee uit de Beemster,
als hij er met zijn grutterswaren ging te venten. Later,
toen het trammetje niet meer reed, nam Jaap Groot ze mee.
Hij was melkrijder voor "De Nieuwe Beemster", de melk
fabriek aan de Tuingracht, waar nu Peter Borst zijn
woninginrichting heeft. Jaap Groot woont inmiddels in
"De Mieuwijdt".
Met vlag en wimpel
Moeder kreeg ook wel eens Bijzondere stukken in
de was. Zoals de witte petten van het fanfarekorpsEn
van de ijsclub in 1929 alle wimpels en vlaggen. Dat waren
prachtige wimpels en allerlei soorten vlaggen. Die had
den dat jaar, met een strenge winter, een lange periode
op de ijsbaan gehangen. Vaak ook kreeg ze de witte
jurkjes en pakjes van kindren die moesten worden aan
genomen. En de witte hoedjes met slappe randen die
de meisjes dan droegen.
Voor Erdtsieck, de wijnhandel aan de Tuingracht,
waar van Tol gewoond heeft, op nummer 24, waste ze
alle fijne witte was, zoals de lakens en slopen, met
monogrammen erin. Dan voelde mevrouw Erdtsieck altijd
of de lakens nog warm waren van het strijken. Als dat
niet zo was, kon ik er mee terug en moest moeder het
strijken nog eens overdoen!
Vanzelfsprekend had ze meer wasdagen dan alleen op
maandag. Ze waste drie of vier dagen in de week. Ze was
de enige in De Rijp, die er zo'n fijne was- en strijk-