VOOR EEN DUBBELTJE LIET MOEDER JE BOORD WEER GLANZEN Onze aftredende penningmeester, de heer Jan 01 denburg, vertelt over een verdwenen stukje huisindustrie in De Rijp, waar hij zelf nauw betrokken bij is geweest: de fijne was- en strijkinrichting van zijn moeder, mevrouw Trijntje Oldenburg-Hoek. Zijn relaas: Moeder is daarmee begonnen doordat ze weduwe werd. Of eigenlijk al toen mijn vader ziek werd en afgekeurd. Hij was besteller bij de PTT. Net als mijn grootvader. Moeder had het vak geleerd van Gerdien Regenboog. Die was getrouwd met Jan Visser. Zij hadden een kruidenierszaakje in de RechtestraatJan Visser was zelf botermaker op de "Hollandia" aan de Klaterbuurt.. Voor het wassen gebruikte moeder een stamper. Zo'n houten ding, met vier poten. Daarmee werd de was gestampt, in een grote kuip. Ze had ook een wasmachine, maar die werkte nog op handkracht. Dus: vóór ik naar school ging, moest ik eerst 20 minuten draaien aan de wasmachine. En dan op een holletje naar school. Het wasgoed kwam niet alleen bij de elite vandaan, hoor. Ook van de burgerij. Van mevrouw Meijer, de vrouw van de directeur van de Maatschappij, waste ze altijd de vitrage gordijnen. Na het wassen werden ze op zolder gespannen, zodat ze op maat bleven tijdens het drogen. Daarna gestreken en weer teruggebracht. Meisjes in dienst 's Zaterdags had moeder altijd een meisje in dienst, dat de kant-en-klare boorden en manchetten terugbracht naar de klanten. Allemaal in een kussensloop en voorzien van namen, in merkinkt. Dat thuisbezorgen heeft onder andere mevrouw Lub-Velema nog gedaan, en de zuster van mevrouw van Iwaarden en Ger van Braam, Trien Akkerman, Trien Middelveld, Nel 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1986 | | pagina 10