De Walvisvangst en de Nederlanders
Marten Michiels, de eerste "Hollandse harpoenier",
lees je op het naambord wanneer je eens aandachtig
kijkt tijdens een wandelingetje door ons dorp.
Een beetje trots op deze vroegere dorpsgenoot, komen
er romantische en avontuurlijke beelden bij je op^
over stoere zeebonken. Zij zagen zelfs kans op Spits
bergen een Nederlands dorp te vestigen met een kerk,
een kegelbaan, een kroeg en een huis van plezier!,
want wie werkt heeft ook recht op ontspanning. Er
zouden duizenden in Smeerenburg-zo heette de neder
zetting - 's zomers verblijven die daar dan een beste
tijd hadden.
Een en ander wordt door Louwrens Hacquebord in zijn
proefschrift: "SmeerenburgHet verblijf van de Neder
landse Walvisvaarders op de Westkust van Spitsbergen
en de 17e eeuw" aan een kritisch onderzoek onderworpen.
In het kort blijkt dat het leven voor mens en dier
hard en wreed was, evenals de dood.
Van alle romantische verhaaltjes blijft niet veel
overeind. In tegendeel; onderzoekingen hebben aange
toond dat veel wat als vast werd aangenomen moet
worden verlaten.
Gaf de doctoraal studie van C. de Jong in 1972 "Ge
schiedenis van de oude Nederlandse Walvisvaart,
1612-1642" al een realistischer beeld, veel onduide
lijkheden in dat werk riepen vragen op bij wetenschap
pers en vooral bij archeologen.
In samenwerking met wisselende medewerkers verrichtte
Hacquebord in de jaren 1979, 1980 en 1981 onderzoek
op Spitsbergen en het ruim 300 pagina's tellende
66