DE GRAFTERS WAREN ER AL EERDER
(en ze aten uit een Jutse pot)
Tot voor kort werd vrij algemeen aangenomen dat het
Schermereiland vóór de jaren 1200 onbewoond was. Dat
mede op grond van een rijmkroniek, die onder meer
zegt: "'t Jaar toen men twaalfhonderd schreef
Het Eiland onbewoond meest dreef".
Het was dus onbewoond èn moerassig. Nog weer andere
bronnen, maar ook genoemde rijmkroniek maakte(n)
er melding van dat mensen van de geestgronden er
hun vee kwamen weiden en er naderhand de eerste
permanente bewoners werden.
Tegenwoordig neigt men op goede gronden tot de ge
dachte dat er ook voordien al mensen op het Scher
mereiland woonachtig zijn geweest. Namelijk toen
het eiland eigenlijk nog geen eiland was, doordat
Beemster, Schermer en Starnmeer nog niet zulke
grote meren waren als in de voornoemde dertiende
eeuw. Ze zouden toem nog als rivieren door het
landschap hebben gekronkeld: De Bamestra, de
Scirmere en de Stierop. (zie Herman Kaptein's
"Het Schermereiland uit de Schermer").
De "goede gronden" waarop de veronderstellingen
betreffende de vroegere bewoning eigenlijk de
grens van het zeker weten al hebben overschreden,
zijn de bodemvondsten die in de omtrek zijn ge
daan. Zo is bekend dat in de omgeving van Oost
graf tdijk, op 800 meter ten noorden van de plaats
waar nu de kerk staat, mensen moeten hebben ge
woond in de 11e tot en met de 13e eeuw. Bodem
vondsten uit die periode wijzen daarop.
Ook bij Graft werd vrij recent, namelijk in 1978,