eveneens doorgehekeldOmdat het uiteraard niet de leng te had van het karrel van eerste kwaliteit, werd het "kortgoed" genoemd. Zoals gezegd waren er, aan het begin van deze eeuw nog vijf hekelhokken in Oostgraftdijk. Eén ervan was het in de aanhef genoemde kleine hekelhok met de huidige Exotareclame. Het is laatstelijk door wijlen Jan Heer tjes, de brandstoffenhandelaargebruikt als brandstof- fenschuurtjeDe vader van Jan Heertjes, die plaatselijk bekend stond onder de bijnaam Cok Pu -ter onderscheiding van zijn naamgenoten Heertjes in het dorp- is er voor dien hekelaar geweest. Een ander hekelhok stond langs de Kanaaldijk ter plekke waar nu de familie Riechel man woont. Daar hekelden de gebroeders Saai (Salomon) en Arie Heertjes. Tegenover de doopsgezinde kerk, bij het huis van de familie Bas, was het hekelhok van Jan en Jaap Schoon. Zij waren de enigen in het dorp die voor Sijpesteijn werkten. Iets verderop oostwaarts, langs de Kanaaldijk, stond het grootste hekelhok. Daarin "stond" indertijd wel zeven man. De helft van deze werkplaats is later verbouwd tot kapberg en laatstelijk is het als schuur in gebruik geweest bij wijlen "Jan van Engel" (Heertjes). Toen het nog hekelhok was, werkten er vader Klaas Nat en zijn zoons Willem, Bertus en Cor, ome Kees (Nat), dove Reindert (de Jong), Maarten de Jong en lange Kees (de Jong). Er staat nu een van de laatste aanwinsten van Oostgraftdijkeen splinternieuwe woning. En dan was er nog de hekelarij van de "Blokkertjes". Kees Blokker (die later met een grammofoon in een karretje de boer op ging) en zijn broer Piet (later "Piet-met-de-viool", alias "Piet Ooievaar) hekelden daar de hennep tot karrel. Zij waren de laatste hekelaars van Oosterbuurt". Aldus Niek Nat. 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1985 | | pagina 14