in goud eene staartster van lazuur, regts in goud drie eggen van sabel geplaatst 2 en 1. Het is gedateerd 1656, redelijk be waard doch zeer slecht gebrand." Tegenwoordig is dit het op-één-na-meest westelijke raam. Nummer 24 dus. Het des tijds ontbrekende vrouwenwapende ruit vorm, zit er weer in. Van raam 23 vermeldt dhr Hooft: "Dit raam bevat alleen een opschrift, ge wijd aan den kerkbrand. Het is meer merkwaardig om de armure, dan om het weinig beduidende schilderwerk dat niet bijzonder fraai, maar goed te herstellen is" Op deze plaats bevindt zich nu het raam wat door Hooft als nummer 24 in zijn lijst van 1896 wordt beschreven: "Raam geschonken door het weversgilde, in twee vakken, met de volgende opschriften en de gekroonde weversspoel als symbool. Tot liefde van Gods kerk Tot eer van spoel kroon Soo den wil dy schenk... der wever....ten toon. Pieter Sijmonsz Kristiaan Jansz Isaak Adolfsz Ao 166 4 Over het geheel is dit raam zeer goed be waard. Slechts enkele ruiten ontbreken, zoodat het gemakkelijk te herstellen is". Deze beschrijving heeft slechts betrekking op het middenpaneel (twee "vakken" ervan). Het wordt geflankeerd door twee raam- panelen met een opmerkelijk patroon van het loodwerk, volkomen afwijkend van de andere ramen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1985 | | pagina 19