23 drijven, tot omstreeks 1950. Dat er volgens het archief in 1901 dertien werknemers waren, klopt wel. Het waren er vast niet meer Na het ingebruiknemen van de elevator, in 1907 waren het er nog minder. De periode van het magnesiet branden betekende een toename van personeel. Dat is verenigd en vereeuwigd op de foto in o.a. "Wie zijn dat ook al weer?". Dat er na 1910 een stoommachine in het bedrijf aanwezig was volgens het archief, lijkt me zeer onwaar schijnlijk. Er stond in de machinekamer een dieselmotor, om de elevator aan te drijven Toen wij in 1916 terugkeerden op "Dillen burg", draaide vader de motor nog wel eens, tijdens onderhoudswerk. In 1917 zijn elevator, transportbaan en machine kamer gesloopt en verkocht, evenals de motor. Het magne.siet branden, in de jaren 1918- 1920, gebeurde in de eerste periode onder chef Höffelt; naderhand onder leiding van mijn vader E.W.Dil. In 1913, na het faillissement, stief mijn grootmoeder. Of grootvader toen kastelein werd, zoals het boekje vermeldt, be twijfel ik Grootmoeder Marrees kon het best af met haar dochters. Na circa twee jaar over leed P.Dil Jz.Dat het bedrijf toen aan mijn vader zou zijn overgedragen is niet juist. Vader stond van zijn 12e tot zijn 19e jaar in de molen en was nadien met oom Jan belast met de praktische leiding. Later haalde oom Jan met de klipper de schelpen en was vader alleen baas, tot 1913 Na 1913 kwam hij in De Rijp te wonen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1985 | | pagina 5