Rijper Courant
De belevenissen van de op 6 Februari 1945
gevangen genomen Rijpers.
43
No. 1591
Zaterdag 9. Juni 1 945
35e jrg
voor de Rijp, Qraft, Noordeinde, O.- en W.-Graftdijk, Zd. en Nd.Schermer,
Beemster, Schermerhorn en Omstreken
Abonnementsprijs
50 ets p. 3 mndn bij vooruitb.
franco p. p. f 2.40 p. jaar
plus incassokosten
Losse nummers 5 cent
Drukkerij
G. J. Hoogcarspel
De Rijp Telef. 1
Advertentieprijs
10 ets. per galjard regel
bij abonnement reductie
Inzend, tot Donderd.avond
Verschijnt wekelijks
We deelden in het bevrijdings-nummer mee, dat op ons verzoek, de heer P. Beers
ons een verslag wilde geven van hetgeen de 6 personen, die tenslotte als gevangenen
naar Alkmaar werden weggevoerd op de noodlottige dag, veroorzaakt door het
vluchten van geageerde vliegers. De Duitschers kwamen hun lusten botvieren
onder het Bekende geschreeuw van „Krieg ist Krieg". De piloten waren geholpen
en daar moest tegenop"getreden worden. En dat deden de D. dan ook. Goddank
voor ons dorp, konden zulke'maatregelen genomen worden, dat ernstiger dingen
voorkomen werden. De balans van dien dag was: 3 dooderi: Hen Beers, Lau Beumer
cn Willem Woestenburg, en 6 ontvoerden: K. Alles, A. Beers, P. Beers, J. Droog,
C. de Vries Thz. en H» de Vries Thz.
I. Waarheen?? De heer Beers geeft antwoord op die vraag:
Het was een vreeselijke dag, de razzia-dag in de Rijp'op Dinsdag 6 Februari 1945,
eerst het noodlottige ongeluk op de Gouw en toen de spanning in de garage bij
Mevr. v. Vliet. Wij werden vervoerd naar Alkmaar, eerst naar den ortscommandant
en toen naar het Lyceum. Wij troffen daar verschillende lotgenoten. Allemaal
met den hoop bezield, nog vrij te komen. Het verhoor dat ons werd afgenomen
was hopeloos en van vrij komen geen spraken, wat er voor ons ook werd gedaan.
Wij troosten ons maar aan wat onze voorgangers op de schoorsteen hadden
geschreven „Ook dit gaat voorbij".
Donderdagmorgen 6 uur op transport naar Amsterdam. Wij werden gebracht naar
een loods op de Handelskade. Bij aankomst aldaar liet je alle hoop varen. Deze
loods was minsten 7500 vierkanten meter groot, kapotte ramen en open deuren
en geen drinkwater. Hier en daar zag men in een hoop strto wat verslagen mannen
zitten, veel nog hadden erge honger. Het eten bestand uit suikerbieten-soep en
stamppot van suiker- en roode-bieten. Wij hadden in Alkmaar gelukkig veel proviand
gekregen. Je was daar gewoon van de buitenwereld afgesneden.
Zaterdagmiddag moesten wij allen in de daar gereed staanden treiri. Je werd daar
gewoon ingejaagd. Een ieder kon geen zitplaats krijgen. Voor ons vertrek kregen
wij ieder een stuk brood en een stuk kaas. Er werd gezegd, dat het voor een
dag was. Het was donker voor de trein zich in beweging zette. Er waren er velen,
die eruit sprongen, er werd erg geschoten. Onze dekens moesten wij gebruiken
om de ramen, die kapot waren, dicht te maken. Na veel keer stil staan, kwamen
wij Zondagmorgen in Apeldoorn aan. Wij hadden allen een afschuwelijke dorst,
daar een ieder zijn stuk kaas had opgegeten. De trein werd onder de boomen
gereden voor huize „Het Loo". De bevolking gaven wel eens schijfjes appels
door de open ramen en als de moffen het niet zagen een glas water. De avond
brak aan en toen weer rijden. Maandagmorgen stonden wij in Winterswijk op dood
spoor zeer afgelegen, maar al spoedig kwam er één van het Roode Kruis.
(Wordt vervolgd.)
Correspondentie. Wij kunnen thans weer zorgdragen, dat post-abonné's in de om
geving het Rijpertje vóór de Zondag in hun bezit hebben. Hetis echteénoodigdatcopie
en advertenties vroeger ingezonden worden.,zoodat't blad Vrijdagoml2u opdepostis.