konden geen afstand nemen van de gedachte aan de 19 priesters die het slachtoffer werden van het optreden der watergeuzen en verder meenden zij dat de hoofdcommis sie in Den Briel bestond uit vrijdenkers en vrijmetselaars, die niet waren vrij te pleiten van een vijandige toeleg om de katholieken te grieven. Op sommige plaatsen zette deze controverse zoveel kwaad bloed dat het tot vecht partijen kwam, waarbij militaire assistentie moest worden ingezet om de orde te bewaren. De toenmalige pastoor van De Rijp, W.A. Putman, maakte over het verloop van de ge beurtenissen uitgebreide aantekeningen. Enkele passages daaruit, typerend voor de sfeer van die dagen, volgen hier. "Reeds dagen en dagen tevoren werd er oranje gedragen en niemand was gewaar borgd voor onaangename ontmoetingen ten zij men tenminste een strikje van dien kleur bij zich droeg." "Werden de kerken wijd geopend, met bloemen en guirlandes versierd? Helaas niets van dat alles. Wie het feest geestelijk wil vieren kan dat thuis doen, onder het aanhooren van een oorver- doovend straatrumoer of wel, hij kan zich aansluiten aan eene joelende troep, die van de eene herberg naar de andere hotst onder het uitbulken van lofliederen ter eere van den kerkroover en priestermoorder Willem van der Marck en zijne hem waardige trawanten de watergeuzen." "Elk beijverde zich, behalve de Catholieken op een zeer kleine uitzondering na, het feest zoo luisterlijk mogelijk te vieren. Van alle huizen wapperde evenwel de vlag, niet om daardoor goedkeuring en ingenomen-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1985 | | pagina 15