NATIONALE HERDENKINGEN IN DE 19E EEUW:
GEEN ONVERDEELD GENOEGEN.
De vakgroep Nieuwe Geschiedenis van de
Nijmeegse Universiteit organiseerde on
langs een tentoonstelling over de her
denking van de moord op Prins Willem van
Oranje, zoals die honderd jaar geleden in
ons land plaats vond. De voornaamste be
doeling van dit initiatief was het grote
verschil aan te tonen in de sfeer rond
déze herdenking en die van het afgelopen
jaar.
De publikaties, redevoeringen, tentoon
stellingen en ook de televisieserie werden
vrij algemeen aanvaard. In 1884 was dat
anders. Met name het katholieke volksdeel
was er in die dagen nog niet aan toe dit
soort zaken genuanceerd te beoordelen.
Voor hen was Willem de Zwijger een symbool
van enkele eeuwen verdrukking en achter
stelling. In kranten en pamfletten werd
over en weer geëmotioneerd actie gevoerd.
De nationale herdenking was een bron van
onenigheid en verdeeldheid.
Iets dergelijks speelde zich al twaalf
jaar eerder af naar aanleiding van de
herdenking van de inneming van Den Briel
op 1 april van het jaar 1572.
In februari 1872 had de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen een geschriftje uitge
geven onder de titel "De Brielsche jubel
dag". In dit geschriftje wordt de eerste
april 1572 de gedenkwaardigste aller
dagen in de geschiedenis van het vrije
Nederland genoemd, omdat "door het post
vatten van de Watergeuzen in Den Briel
de eerste steen was gelegd voor 't vrije
Nederlandsche Staatsgebouw." Dat de me-
30