4
woont, daar woonde toen Suutje Laan, op de
hoek
Zijn bijnaam? Nee, hij heette, geloof ik zo.
Suut Laan, zeiden we altijd.
Nu weer terug naar het Vlaander, de andere
kant op. Tegenover Trui van Petten, dus ook
aan de noordkant, maar nu naar het westen
toe, daar woonde Jan ten Wolde. Zijn vrouw
heette Hoek. Ze hadden er een kruideniers
winkel. Later zijn ze verhuisd naar de Starn-
meer. Toen was hij boer geworden.
Naast hen woonde Jane de Geus en daarnaast,
waar nu Correman woont, woonde toen een
vrouw die wassen aan huis deed. Dan was er
naast een boerderij en helemaal aan het eind
nog een boerderij, waar een Woestenburg in
woonde
Als we nu weer teruggaan naar Trui van Pet
ten, maar nu aan de overkant, de zuidkant
van de straat, dan had je daar een paarden
slagerij. Daarin woonde een Jan Hop. Hij is
later verhuisd naar een boerderijtje aan de
Wormerweg, richting SchermerhornNaast de
paardenslagerij stond een "stil huisje",
waar een De Boer in woonde. Daarnaast woon
de bakker Van Diepen en dan kreeg je het
huis van Engelbert Beumer, de benenkokerij,
de latere Artis
Deze Beumer had een paard met een merkwaar
dig hoefijzer. "De hanestap" noemden ze het.
Je kon dat paard blindelings aan zijn stap
herkennen uit alle paarden.
Dan, helemaal aan het eind van het straatje,
woonde de grootvader van Jan Schermer. Later
heeft Heijnis er nog gewoond, de vader van
Kees de Bok, de schoenmaker.
Zo had je, alles bij elkaar, nog heel wat
nering, daar op het Vlaander en de Venbuurt:
twee bakkers, twee kruidenierswinkels, twee
slagers en de benenkokerij een naais.ter