3
eigenlijk de dochter des huizes. Ernaast,
op de hoek, woonde vrouw Bus. Eigenlijk
woonden er twee vrouwen in dat huis. De ene
leed aan toevallen. Dat was dus het huis op
de hoek van het Nieuwland, waar wijlen
Bertus de Lange heeft gewoond. Naar hem heet
het nu nog de Albertushof; een geintje van
onder andere Thijs Schipper, toen Bertus 25
jaar lid was van het katholiek parochiekoor.
Aan de overkant van het straatje woonde in
mijn jonge jaren de oude Siem Hoek. Hij was
schapenslager. Zijn schapenvlees ging naar
Engeland. Maar hij slachtte ook wel kal
veren. Je kon bij hem "een stelletje" kopen:
een hartje, een niertje en een tong, te-
samen voor zeven stuivers
Bij slager Hoek was altijd wel wat te doen.
De "strontdotten" van die schapen moesten
gespoeld worden. Daar was Kaddes altijd bij.
En aan Japie Swabie, die ongelukkige jongen,
vroegen ze: "Moet je een dot in je mand?"
En dat deed'ie dan....
In dat zelfde hoekje was ook nog een sloot
je. Dat is er nu niet meer, maar je kunt
aan de ligging van de tuinen en zo nog wel
zien waar het geweest is. In dat slootje
lagen altijd de darmen en ander slachtafval.
Mijn vriendin is er een keer in gevallen.
Lekker ruiken? Nou, réken maar!
In het plantsoentje, tussen het Nieuwland
en de Lievelandsbuurtwaar nu die nieuwe
huisjes staan, had je vroeger ook een rij
huisjes. In het eerste woonde Ramkema. Hij
was sigarenmaker. Dan Siem van der Heijden,
de slager ja, die later aan de sloot langs
de Zuiddijk woonde. Hij woont er nu nog,
temidden van de nieuwbouw.
Naast Van der Heijden had je Mart Alleman
en aan de onderkant, waar nu de zogenaamde
vrijgezellenhuisjes staan, waar Hoedje