14 bouwen van een kerk. Een andere betaling was het recognitiegeld, dat regelmatig moest worden voldaan voor het toestaan van de godsdienstoefeningen. De schuilkerken werden getolereerd zolang ze er niet als echte kerken uitzagen. Nu de regenten op deze manier geldelijk be lang hadden bij het voortbestaan van het katholieke geloof, was het weren daarvan een onmogelijkheid geworden. Dat ook de Statie Noordeinde deze be talingen verrichtte, bewijst onderstaande kwitantie, aanwezig in het kerkarchief. -f 4%*!* .-V /éLyjy&r***, f s -/.•>) jj /y 'v sfs4y> a- j%y<. y /jUs-s-* - ,.f< ,«W8*r dfiski-' Ontvange van de kerkvoogden van de Roomsche Kerk tot Noordeinde een zomme van veertig gis. wegens een half jaar recognitie van dezelve kerk, verscheenen den 1 November 17 hondert vier en tagtig; alsmede een gelijke zomme van veertig gis. bij schikking voor het verleenen van admissie aan den Pastoor Gerardus Laurentius Bono. w.g.P.Binkhorst.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1984 | | pagina 16