Spoedig daarna, vermoedelijk in 1574, kon beschikt
worden over een eigen houten vermaning, zoals het
kerkgebouw bij doopsgezinden wordt genoemd. Deze ver
maning stond op dezelfde plaats als de huidige aan het
Jan Boonplein. Dit houten "vermaenhuys" werd in 1654
door de grote brand geheel verwoest. Daarna in 1656
werd een grote stenen vermaning gebouwd. Het inte
rieur hiervan vertoonde duidelijke overeenkomst met
dat van de vermaning "de Zon" in Amsterdam aan de
Prinsengracht
Deze herbergt al jaren de bekende veiling van die
naam
In het begin der jaren vijftig van deze eeuw werd
deze prachtige vermaning gesloopt om plaats te maken
voor een eenvoudig, sober maar puur doopsgezind
gebouw.
Een orgel kwam eerst ten tijde van de leraar (dominee)
Hartman in 1784. (Ds Hartman stond na De Rijp te
Frederikstad in Sleeswijk Holstein.) Het aanschaffen
van het orgel gaf stof tot beroering. De godsdienst
oefeningen zouden ontsticht worden door het gebrom
van het instrument.
De verwarring die daardoor ontstond bij de zangers,
wekte bij menigeen een niet in te houden lachlust. Zo
dachten tenminste sommige gemeenteleden.
Omvang van de gemeente
Het archief van de doopsgezinde gemeente verbrandde
met de vermaning eveneens in 1654. Hierdoor is ook
van het ledental van daarvoor bitter weinig bekend.
Leeghwater vermeldt, dat er een tijdlang in De Rijp
slechts drie of vier niet-doopsgezinde gezinnen woon
den. Ongetwijfeld zal deze mededeling overdreven zijn,
maar de meerderheid van de bevolking was in zijn tijd
zeker doopsgezind. De oudst bekende ledenlijst uit
circa 1660 geeft aan, dat de gemeente 427 leden kende.
- 51 -