Een accoord werd gesloten voor zeelieden, die
weduwnaar waren. Als een weduwnaar uitvoer werden
bij een accoord zijn kinderen door de gemeente ver
zorgd.
Al naar gelang het accoord vloeide de hele of ge
deeltelijke "gasy" in de kas van de gemeente.
Tenslotte moet als financiële bron, naast de vrij
willige bijdragen, de legaten, die soms zeer om
vangrijk waren, de gekweekte rente, de "cessie van
het bezit" genoemd worden. Bij een "cessie van bezit"
stelde men wat men bezat volledig ter beschikking
van de gemeente, onder het bedingen van een bepaalde
periodieke uitkering tot aan de dood.
Armenzorg
Tegenover deze inkomsten stonden natuurlijk tal van
uitgaven. Naast de gebruikelijke, zoals onderhoud
gebouwen, salarissen, beheerskosten, etc. vergden
de uitgaven aan armenzorg aanzienlijke bedragen.
In 1660 bijvoorbeeld 1.311,onder meer bestaande
uit: geld 239,
vlees 140,
vis 9,
kaas 82,
boter 374,
meel 467,
Daarbij moet in ogenschouw genomen worden, dat in
genoemd jaar een pond koevlees 0,05 kostte en een
pond boter 0,25.
In 1701 werd 1.432,aan de armenzorg besteed en
in 1800 2.440,Voor die tijd aanzienlijke be
dragen
Toch was de armenzorg van de doopsgezinde gemeenten,
ook van die in De Rijp, doorgaans anders gestructu
reerd dan op het eerste gezicht zou kunnen worden
gedacht. Het doopsgezind gemeente-besef liet in
feite niet toe, dat er armen, die echt gebrek leden,
bestonden. Het voorkomen van armoede werd bij
de doopsgezinden in principe meer nagestreefd dan
- 57 -