Hij behoorde tot de vrijzinnige mannen van zijn tijd, verwierp het leerstuk van de erfzonde en ram ruimschoots deel aan de verheffing en verdediging van zijn geloofsgenoten, onder meer door het hante ren van de pen met een bekwame hand. Genoemt kan worden "Onderwijzinge in de Christelijke leere na de belijdenissen der Doopsgezinden" (1692), "Verdediging van de leere der Doopsgezinden" (1705) en "Verantwoordinge van de leere der Doopsgezinden" (1704) Het weeshuis Niet alleen de pen was bij Engel Arendz. in goede handen. Ten tijde van zijn leraarsschap in De Rijp kwam het doopsgezind weeshuis tot stand 1670). De stichting werd mogelijk gemaakt door een lijst van intekenaren, die samen 2.175,opbrachten. Het weehuis stond tot 1866 op het Vlaander. Het gebouw is nog steeds aanwezig en wordt thans gebruikt als woonhuis. In 1866 werd het weehuis op de Tuingracht in gebruik genomen. De eerste jaren werd het weeshuis vrij bestierd maar al spoedig, per 1 mei 1676, was kennelijk een instructie voor de "binnenvader en -moeder" noodzakelijk. Vanaf deze datum werd ook een register bijgehouden van ingeschreven wezen. Aan de hand hiervan werd door de predikant G. Fopma in 1913 het volgende overzicht opgesteld: jaren ingekomen vertrokken gebleven van tot of over leden 1676 1700 74 47 23 1701 1725 48 28 20 1726 1750 61 42 19 1751 1775 16 8 7 1776 1800 28 23 5 - 54 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1984 | | pagina 12