door de poort. Soms, als je om mosterd kwam, moest
opoe Boots eerst de mosterd nog malen.
Naast het mosterdwinkeltje woonde Kardes. Hij heette
Freek Hoek, maar het was in de wandeling altijd
"Kardes, de krengertslager"Daarnaast had je het
winkeltje van vrouw Sluis: cent van blad cn peter
olie. Dat was waar nu Piet Slooten woont.
Vervolgens de steeg en dan bakker Big. Zo noemden
ze hem. Hij heette bakker Verwer. Dat was waar nu
De Witte Ezel staat. Toen zag het er nog anders uit,
want de bakkerij van Verwer is verbrand. Er achter,
aan de sloot, stond een huis waar de moeder van Alie
en Henk Hoek woonde. Daar brachten ze de spullen
heen van bakker Big, toen er brand was.
Naast het huis van de bakker was een open stuk, net
als nu en dan, waar nu Cor Klous woont, kreeg je
het huis van Piet Sluis. Later woonde er een van de
gebroeders Zon. "Zonje" noemden ze hem. Hij woonde
er alleen. In de latere tijd gebeurde het wel dat
jongens, als ze 's avonds van de gymclub "Bato" naar
huis gingen, even bij Zonje voor de ramen gingen
kijken. Dan stond hij soms, met zijn hand omhoog,
naar vlooien te zoeken
Naast Zonje had je weer het bruggetje. Daarnaast
woonde.Agie Tekker. Zij liep mank en ook zij had
een winkeltje waar je van allerlei kon kopen. "Wij",
aldus mevrouw Bakker-Dekker, "woonden aan de andere
kant naast haar en daarna kreeg je de "Rozenboom".
Daarin was toen een bedrijfje van Beumer, waar
strontdotten werden gespoeld: smerige schapenwol,
die schoongemaakt moest worden, net als bij Ruiter
van "De Wolbaai".
Naast "De Rozenboom" woonde ook een Beumer: Jozef
Beumer. Als het daar tijd van brood eten was,
vochten de kinderen er wel eens wie de dikste snee
brood kreeg. Dat was iets wat ik me als kind helemaal
niet kon voorstellen: dat je moest vechten om de
dikste snee brood. Het was een groot gezin.
- 27 -