We Komen nu aan het bruggetje in de Kerkesteeg. Voorbij dat bruggetje kwam je eerst aan een hok yaar altijd een handkar in stond, met "diggelengoed" Dat was van Jan Bol. Of dat zijn echte naam was, weet ik niet. Hij was al een ouwe man. Hij heeft in "De Dondersteen" gewoond. "Het huis naast dat karrehok, dat is het huis met die aanbouw waar Neve heeft gewoond, daar heeft mijn tante in gewoond", aldus Mevrouw Bakker-Dekker. Zij was een zuster van mijn moeder en ze was ook ge trouwd met een Dekker, Kees Dekker van de Zuid, maar hij was geen familie van mijn vader. Tante had er een melkzaak. Vóór zij er in woonde - maar daar weet ik niet van, dat heb ik van mijn moeder - is het een logement geweest, voor "kissiesventers" Later heeft de familie Rijswijk er gewoond en er achter Ant Walch". Dan komt het huis waar nu Thomas Nibbering woont. Toen een dubbele woning. Er woonde een Gerrit Ver donk. Na zijn overlijden had vrouw Verdonk met haar twee dochters en haar zuster een winkeltje. Ze had ook twee zoons: Koos en Kees. Ze verkochten er lap jes en van die boerenhoedjesvan die rieten boe- renhoedjes met zo'n puntluifeltje eraan wat naar boven omkrulde Dan het Langebrugspad op. Daar kreeg je een dubbel woonhuis. In het ene woonde Trijn Walch en in het andere Japie Swabie met zijn moeder. Hoe hij wer kelijk heette, weet ik niet. Hij was geestelijk gehandicapt. Als mijn moeder wat lekkers gekocht had, bracht ze er vaak iets van naar Japie Swabie's moeder. Aan dezelfde kant woonden ook Bram de Vries en zijn vader en Willem Sluis. De bijnaam van Willem Sluis was de Klepper. Hij maakte knijpers. Tijdens werkzaamheden aan de Rozenboom heeft hij een steen op zijn hoofd gekregen. Dat betekende zijn dood. In het huisje aan het Langebrugspad had hij last - 24 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1984 | | pagina 6