De Vermaning van West-Graftdijk
a
Vraag eens een willekeurig Graftdijker van niet
ouder dan 25 jaar, waar "De Vermaning" van West
heeft gestaan. Tien tegen één dat het antwoord
luidt: "ik weet het niet". Of misschien: "Je zult
die van Oost bedoelen, want West heeft geen
doopsgezinde kerk".
Inderdaad, West-Graftdijk heeft geen doopsgezind
kerkje. Niet méér. Maar dat was anders, vóór 1921.
Tot in dat jaar konden de doopsgezinden van West-
Graftdi jk kerken in hun eigen dorp. Ze deden
weliswaar al sinds mensenheugenis samen met die
van Oost met één en dezelfde "leraar" (dominee),
maar beide Graftdijken hadden hun eigen "Verma
ning", zoals doopsgezinde kerkgebouwtjes meestal
werden genoemd. Die in Oost is er nog. En nog in
gebruik. Die van West heeft gestaan ongeveer op
de plaats waar nu Theun van den Beidt woont. Om
wat preciezer te zijn: het kerkje stond tussen de
huidige scheepswerf en het bij ouderen nog wel
bekende garen- en bandwinkeltje van Barend Stam.
Diezelfde Barend Stam heeft, toen in 1921 het
kerkje bij inschrijving te koop werd aangeboden,
het hoogste bod er op uitgebracht, namelijk
1205. Kennelijk uitgaande van de gedachte "buur
man 's erf is maar eenmaal te koop". Toch werd
Stam niet de eigenaar van de oude Vermaning. Hij
wilde er namelijk zijn koeien in stallen. Dat kon
bij de bestuurders geen goedkeuring verkrijgen.
Het bestuur van de Doopsgezinde Gemeente West-
Graftdijk heeft met enig sociaal gevoel misschien
de koop gegund aan de plaatselijke gymnastiekver
eniging "Sport Staalt Spieren". De gymclub kon
slechts 716 neertellen voor het kerkje, maar de