De Rijp-Amsterdam v. v.
Het is in onze tijd een dagelijks weerkerende el
lende met de wegverbinding tussen de hoofdstad en
de plaatsen boven het IJ. In vroegere jaren ging
die verbinding uiteraard grotendeels per boot.
Teneinde er zeker van te zijn dat de schippers aan
hun verplichtingen voldeden waren er strenge voor
schriften opgesteld. Hiervan volgt een gedeelte uit
een verordening van 30 juni 1688:
"Dat op de andere dagen in de week namentlijk Son-
dagMaandagDingsdagWoensdagDonderdag en
Vrijdagsdes morgens ter agt uren een schuijt van
Amsterdam na De Rijp zal varen. Dat ook schuijten
die varen sullen tot gerij f van de koopluijden en
passagiers intijts aan de kaaijen zoo tot Amsterdam
als in De Rijp sullen moeten liggen.
In voegen voorseijt continueel te varen elke
schipper op sijn eijgen beurtbij open water en
bequaam weer en wint. Ende zoo wie van ons op sijn
regte beurt niet vaart, zal voort tot sijn andere
beurt toe, in 't geheel niet op Amsterdam, nog
vandaar mogen afvaren: maar zal de schipper die
het sijn naaste beurt aan de manquerende schipper
is, desselfsplaats in 't varen moeten waarnemen
en zoo de in gebreken blijvende of niet gevaren
sijnde schipper, voor sijn andere beurt, egter
op Amsterdam of van daar quam te varen, soo zal
desselfe schuijt een maant lang aan de ketting
moeten leggen, ofte anders zoodanig verbeuren als
schepenen na discretie zullen verstaan te behooren
waarvan de executie bij de schout zal worden gedaan.
Dit het Gemeentearchief te Alkmaar. Stukken betref
fende de veerschippers, O.A. De Rijp no. 176.
- 13 -