regeling tussen de dorpen. Voor het schoonhouden van enkele sloten, de rietschouw, de dijkverhuring enz. bleef elk dorpsbestuur in zijn eigen gebied verantwoordelijk. Onder invloed van de veranderde inzichten van 1795 mochten de ingelanden in 1796 hun eigen polderbestuur kiezen, maar wanneer er andere personen dan schout en secretaris van een dorp gekozen werden, moesten deze wel schadeloos gesteld worden voor hun te derven salaris en de inkomsten uit de boeten die zijn dan misliepen. In 1825 brak de dijk bij Durgerdam door en veroor zaakte een dergelijke opstuwing van het water in het Noorderkwartier, dat voor de zwakke dijk van de polder Menningweer gevreesd moest worden. Daar ook de dijk van de Oosterweiden niet geheel in orde was en een overstroming van beide gebieden desastreus zou zijn voor de Eilandspolder, werd de polder Menningweer bij de Eilandspolder ingelijfd en haar dijk op gemene kosten onderhouden. Met de eigenaars van de Oosterweiden werd een overeenkomst gemaakt inzake het onderhoud van hun dijk door de Eilands polder tegen een bepaalde vergoeding. Bij het Bijzonder Reglement voor de polder in 1857 werd deze pas echt onafhankelijk van de dorpsbesturen. De polder werd verdeeld in vier bannen, polderdis tricten, nl. Graft, De Rijp, Zuid-Schermer en Noord-Schermer met Schermerhorn. Deze bannen, die een zeer geringe taak te vervullen hadden, werden in 1924 al weer opgeheven, voornamelijk om finan ciële redenen. Met ingang van 1 januari 1977 werd de Eilandspolder opgeheven en ging op in het water schap Het Lange Rond. Niet alleen veranderingen in het bestuur in de loop der tijd dus, maar ook in het landschap. Enerzijds werd door de grote meren land van - 11 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1983 | | pagina 27