van Noord-Scherrner en Schermerhorn van dat van Zuid-Schermer en Graft. Zowel in deze kade ais in de Schermerdijk werd een sluis gelegd met twee slag deuren, ten dienste van de inwoners van Graft en Zuid-Schermer die hun graan naar de meelmolen van Noord-Schermer wilden brengen. Hoelang deze scheiding bestaan heeft is niet bekend, maar zeker is dat lang voor de opheffing hiervan men deze al niet meer handhaafde en ook de Wester- of Leimolen gemeenschap pelijk onderhield. In 1735 besloot men officieel een gemeenschappelijk molenbeheer te voeren. Wij hebben een spreekwoord dat luidt: "als het kalf verdronken is, dempt men de put". Dit spreekwoord is ook van toepassing op het vroegere waterstaat kundig beheer in het Noorderkwartier en dus ook op dat van de Eilandspolder. Want na ettelijke dijk doorbraken en veel moeilijkheden besloot men einde lijk na de overstroming van 1758 tot een gemeen schappelijk beheer en onderhoud van de Eilandsdijk. De polder Menningweer en de Schermerhorner Ooster weiden vielen hierbuiten, maar mochten wel door een duiker in de Eilandspolderdijk op de polder lozen, mits zij bijdroegen in de kosten van bemaling en hun dijken onderwierpen aan de schouw van dijkgraaf en heemraden. Over deze dijk werd een bestuur aange steld, bestaande uit een dijkgraaf en vier heemraden. Als dijkgraaf fungeerden om de beurt, elK voor een jaar, de vier schouten van de dorpen. Op dezelfde manier ging het met de dorpssecretarissen en wel zo danig, dat de dijkgraaf en secretaris van hetzelfde dorp tegelijkertijd in functie waren. Het opper toezicht over deze dijk berustte bij de besturen van de dorpen. In hedendaagse termen zou men kunnen spreken van een zware gemeenschappelijke - 10 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1983 | | pagina 25