toegang tot de oude Vermaning te West-Graftdijk
betrekking had. Een kopie in gemakkelijker leesbaar
Nederlands is eveneens tevoorschijn gekomen tijdens
een grote schoonmaak in het huidige kerkje te Oost-
Graftdijk, enkele jaren geleden. Ook andere archief
stukken hebben op de "verdwenen" Vermaning van West
betrekking, zoals de rekeningen van leveranciers en
ambachtslieden en de bijdragen van andere doopsge
zinde gemeenten en particulieren voor de bouw van
het kerkje in 1758. Die bouwkosten bedroegen 2734
guldens, 12 stuivers en 12 centen. De collecten en
bijdragen beliepen 1826 guldens, 8 stuivers en 10
centen. Het tekort op de bouwkosten werd door middel
van collecten weggewerkt. Zo bracht de collecte voor
het bouwfonds tijdens de eerste preekdienst in het
kerkje, op 3 december 1758, 192 guldens, 16 stuivers
en 10 centen op. Waarlijk geen kleinigheid, in die
tijd. De voorganger in die eerste dienst was Gerardus
ten Cate Theuniszoon, leraar bij de Verenigde
Doopsgezinde Gemeenten te West-Zaandam. Ook op 3
augustus van het volgende jaar, 1759, werd tijdens
een preekbeurt van dominee Van der Os weer een
bouwfondscollecte gehouden. Die leverde nog eens
141 guldens en 10 stuivers op. Blijkbaar zijn
tussentijds nog meer van die collecten gehouden of
schenkingen verricht, want eind 1759 stond nog
slechts 212 guldens, 17 stuivers en 10 centen te
boek als tekort op de bouwkosten. De boekhouding
voor de stichting van het eigen vermaanhuis in
West-Graftdijk in 1758 lijkt tamelijk compleet in
het archief. Er zijn, op zwaar geschept papier en in
soms fraaie, soms minder vlot leesbare handschriften,
de rekeningen in te vinden van de diverse ambachts
lieden en leveranciers van materialen. Uit één van
die rekeningen blijkt dat van het totaal aan een
der leveranciers verschuldigde bedrag van 356,