tot op heden heel gebruikelijk is.
Wel voegt hij daaraantoe dat, volgens
een verklaring in 1525 van die bewo
ner uit Camp, die werkers niet betaald
werden, dat is vreemd, tenzij
Magdalena van Waardenburg lijkt
verder zonder twijfel de eigenares van
een eerste bouwsel 'aan den Helder' te
zijn. Het waarom wordt niet beant
woord, en wie was zij echt?
De wellicht meest geciteerde, en vol
gens mij de beste informatieverstrek-
kende 'Helderse' geschiedschrijver uit
het verleden, van Dam den Bouw
meester, leverde in 1847, dus ver na de
'Franse' tijd, o.a. de volgende teksten:
Wat de naamsoorsprong van het woord
Helder zijis niet met zekerheid te
bepalen, en wat men er ook van zegge,
het berust alleen op gissingen.
Van ouds werd Egmond genoemd Hal
len, Sinechum of Hecmunde: den Hel
der nu als eigendom van de Graven
van Egmond kan dan ook wel deszelfs
naam van eerstgenoemd woord Hallen
afgeleid hebben, als zijnde naderhand
door verbastering, genoemd woord in
de uitspraak overgekomen, veranderd
in Helder.
Hij zocht een verklaring voor Helder
in een verbastering van de taal, en Hal
in het bijzonder.
In zijn boek 'Husidina' volgt onze
huidige beste geschiedschrijver drs.
Jan Bremer zijn vriend en leermeester
Henk Schoorl in de verklaring van het
woord Helder. Helder zou afstammen
van kwelder, en volgens Henk Schoorl
in zijn even imposante boek '600 jaar
water en land', zou dat weer afstam
men uit het Oost - Friese waddenge
bied waar kwelder heller wordt
genoemd. Maar kwelder stamt toch af
van quelder, en dat is toch ook gors,
of schors, en zelfs schol, ofwel een
buitendijks gebied dat bij gemiddeld
hoogwater onderloopt. Daar ga je
toch niet zonder reden wonen? In
Levend Verleden van maart 2016 rea
geert Jan Keuken daarom uitgebreid
op de verklaring van Helder en Heller.
Kwelder is volgens hem niet goed; de
juiste verklaring zit in de naam
Hel(re). Daarmee komt hij bij 'elders'
terecht; die andere buurt.
Professor doctor Arnold Cornells
(1934-1999)
In 1995 heb ik het geluk gehad om ken
nis te maken met Arnold Cornelis. Hij
was een robuuste Zeeuw die geweldig
kon vertellen. Arnold was doctor in de
wijsbegeerte aan de Universiteit van
Gent. Hij doseerde o.a. filosofie aan de
Universiteiten van Gent, Amsterdam en
Groningen. Hij is de auteur van een
lijvig boekwerk: 'Logica van het gevoel'.
In dat boek geeft hij in hoofdstuk XXI
een uitgebreide verhandeling hoe wij
vanuit het verleden in onze taal met
elkaar en met het water verbonden zijn.
Zo komt hij van Neeltje Jans in de Oos-
terschelde uit bij de godin Nehalennia.
Honderden offerstukken aan die meer
dan een millennium vergeten godin zijn
bij de Schaar van Colijnsplaat uit de
Kaart van Huisduinen, Den Helder en het Nieuwediep door Ir. J.F.W. Conrad, samengesteld uit kaarten van Adrianus Anthony uit 1571,
J. Müller uit 1702 en C. van der Sterr uit 1866. Uitgave circa 1870. (NL-HlmNHA_51000580)
25
tiSfe».